This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
¡Hoy es Viernes!
17 de Septiembre
Slide 1 - Slide
Afspraken
1. Als iemand aan het woord is, is de rest van de klas stil.
2. Fluisteren.
3. Elkaar respecteren!
Slide 2 - Slide
El esquema (de schema)
1. Vamos a conocernos - Elkaar leren kennen
2. Verbos regulares - regelmatige werkwoorden
3. Actividades - activiteiten
Slide 3 - Slide
¡Vamos a practicar!
¿Y, tú? ¿Cómo te llamas?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Me ........ Juan y ........ catorce años.
A
llame/tengo
B
llamo/tengo
Slide 6 - Quiz
¿Qué significa bachillerato?
A
HBO
B
Voortgezet onderwijs
Slide 7 - Quiz
Vivo en La Haya
A
Ik woon in Den Haag
B
Ik eet in Den Haag
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Begroeten
Afscheid nemen
Voorstellen
Hola, ¿Cómo estás?
Yo soy
Yo me llamo
Hasta luego
Me voy
Él/Ella es
Adiós
Buenos días
¿Qué tal?
Slide 10 - Drag question
Er zijn drie basistypen Spaanse werkwoorden. Deze onderscheiden zich in de uitgangen -ar, -er en -ir. Voorbeelden van geheel regelmatige werkwooden zijn: