Wat neem je mee naar de toets?Pen, potlood, gum, geodriehoek en kleurtjes
Wat moet je kennen voor de toets?
* Je kunt de windrichtingen benoemen (3.1)
* Je kunt punten aflezen en tekenen in een assenstelsel (3.2)
* Je kunt punten tekenen in een assenstelsel met negatieve getallen (3.3)