Yuverta

tangens

tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek

schuine zijde

(altijd tegenover de rechte hoek)

rechthoekszijde

1 / 33

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

tangens kan je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek

schuine zijde

(altijd tegenover de rechte hoek)

rechthoekszijde

Slide 1 - Slide

tangens en hoeken

Slide 2 - Slide

vanuit LC :

AB is de overstaande zijde,

AC is de aanliggende zijde

vanuit LB :

AC is de overstaande zijde,

AB is de aanliggende zijde

BC is altijd de schuine zijde

(tegenover de rechte hoek)

Slide 3 - Slide

Wat is de schuine zijde?

Slide 4 - Quiz

Vanuit ∠ P, wat is de

aanliggende zijde?

Slide 5 - Quiz

Vanuit ∠ P, wat is de

overstaande zijde?

Slide 6 - Quiz

Vanuit ∠ Q, wat is de

aanliggende zijde?

Slide 7 - Quiz

Vanuit ∠ Q, wat is de

overstaande zijde?

Slide 8 - Quiz

tangens

tan ∠ = \frac{​ o v e r s t a a n d e z i j d e ​ ​}{​ a a n l i g g e n d e z i j d e ​}

tangens ronden we af op 3 decimalen

Slide 9 - Slide

timer

10:00

Slide 10 - Slide

Wat is de tangens van ∠ Q?

3:4 (0,750)

4:3 (1,333)

Slide 11 - Quiz

Wat is de tangens van ∠ P?

3:4 (0,750)

4:3 (1,333)

Slide 12 - Quiz

Als je de tangens van een hoek hebt berekend,

kan je de hoek berekenen met:

hoeken ronden we af op hele graden

tan^{​ - 1 ​ ​} (g e t a l) = h o e k °

Slide 13 - Slide

Stappenplan hoek berekenen

tan ∠ = \frac{​ o ​ ​}{​ a ​}

schets

formule

formule invullen

tan ∠ P = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

berekening

antwoord

∠ P = tan^{​ - 1 ​ ​} (3 : 4) = 36, 869 . . .

d u s ∠ P \approx 37 °

timer

10:00

Slide 14 - Slide

Stappenplan zijde berekenen

tan ∠ = \frac{​ o ​ ​}{​ a ​}

schets

formule

formule invullen

tan 42 ° = \frac{​ 5 ​ ​}{​ a ​}

berekening

antwoord

a = \frac{​ 5 ​ ​}{​ tan 4 2 ​} = 5, 553 . . .

d u s a \approx 5, 6 c m

3 = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 2 ​}

timer

1:00

Slide 15 - Slide

tan ∠ P = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​} = \frac{​ 4 ​ ​}{​ 3 ​} = 1, 333

∠ P = 53 °

shift tan 1,333

Slide 16 - Slide

tan ∠ Q = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = 0, 750

∠ Q = 37 °

shift tan 0,750

Slide 17 - Slide

Welke hoek hoort bij de tangens van 1,279

52 º

0,022º

Slide 18 - Quiz

Welke hoek hoort bij de tangens van 14,301

86º

0,255º

Slide 19 - Quiz

Welke hoek hoort bij de tangens van 0,600

31º

1,73º

Slide 20 - Quiz

Drieletternotatie van een hoek

De middelste letter geeft de hoek aan, de andere letters de driehoek.

∠ADC betekent

∠ D in driehoek ADC

∠ ADB betekent

∠D in driehoek ADB

timer

1:00

Slide 21 - Slide

Wanneer is het hellingspercentage 100%?
Als de hellingshoek ...... is

90º

45º

Slide 22 - Quiz

zijde berekenen als de hoek bekend is

15 cm

35 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 35 = \frac{​ ? ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 23 - Slide

zijde berekenen als de hoek bekend is

15 cm

35 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 35 = \frac{​ ? ​ ​}{​ 1 5 ​}

2 = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 ​}

? = tan 35 \cdot 15

de '6' moet je weten

dus '2x3'

tan 35 \cdot 15 = 10, 5

Slide 24 - Slide

zijde berekenen als de hoek bekend is

15 cm

35 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 35 = \frac{​ ? ​ ​}{​ 1 5 ​}

2 = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 ​}

? = tan 35 \cdot 15

de '6' moet je weten

dus '2x3'

tan 35 \cdot 15 = 10, 5

AC = 10,5 cm

Slide 25 - Slide

zijde berekenen als de hoek bekend is

40 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 40 = \frac{​ 6 8 ​ ​}{​ ? ​}

Slide 26 - Slide

zijde berekenen als de hoek bekend is

40 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 40 = \frac{​ 6 8 ​ ​}{​ ? ​}

2 = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 ​}

? = \frac{​ 6 8 ​ ​}{​ t a n 4 0 ​}

de '3' moet je weten

dus '6:2'

\frac{​ 6 8 ​ ​}{​ t a n 4 0 ​} = 81, 0

Slide 27 - Slide

zijde berekenen als de hoek bekend is

40 °

tan ∠ B = \frac{​ O ​ ​}{​ A ​}

tan 40 = \frac{​ 6 8 ​ ​}{​ ? ​}

2 = \frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 ​}

? = \frac{​ 6 8 ​ ​}{​ t a n 4 0 ​}

de '3' moet je weten

dus '6:2'

AB = 81,0 cm

\frac{​ 6 8 ​ ​}{​ t a n 4 0 ​} = 81, 0

Slide 28 - Slide

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras

k z

k z

l z

_________________+

5

12

?

25

144

169

P R = \sqrt ​ 169 ​ ​ ​ = 13

Slide 29 - Slide

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras

k z

k z

l z

_________________+

6

?

10

36

64

100

D F = \sqrt ​ 64 ​ ​ ​ = 8

100-36

Slide 30 - Slide

verhaaltjessom

lees de vraag goed door
maak een schets en zet alle maten erbij
wat moet je weten
wat gebruik je (pythagoras, tangens)
uitrekenen
antwoord opschrijven

tangens

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Open question