What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Grammatica H1 les 3
Grammatica H1
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica H1
Slide 1 - Slide
Deze les
- Wie huiswerk niet af?
- Uitleg theorie
- Maken opdrachten
Slide 2 - Slide
Wie huiswerk niet af?
Huiswerk was:
Maken opdracht 1 t/m 7 van 1.7 Grammatica
Slide 3 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
Wij schamen
Jij schaamt
Jullie schamen
U schaamt
Hij / zij schaamt
Zij schamen
Slide 4 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
Jij schaamt
Jullie schamen
U schaamt
Hij / zij schaamt
Zij schamen
Slide 5 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
Jij schaamt
je
Jullie schamen
U schaamt
Hij / zij schaamt
Zij schamen
Slide 6 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
Jij schaamt
je
Jullie schamen
U schaamt
Hij / zij schaamt
zich
Zij schamen
Slide 7 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
ons
Jij schaamt
je
Jullie schamen
U schaamt
Hij / zij schaamt
zich
Zij schamen
Slide 8 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
ons
Jij schaamt
je
Jullie schamen
je
U schaamt
zich / u
Hij / zij schaamt
zich
Zij schamen
Slide 9 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp
(het is een vorm van
zich
)
Enkelvoud
Meervoud
Ik schaam
me
Wij schamen
ons
Jij schaamt
je
Jullie schamen
je
U schaamt
zich / u
Hij / zij schaamt
zich
Zij schamen
zich
Slide 10 - Slide
Wederkerend werkwoord
De
wederkerende voornaamwoorden
horen bij het
werkwoordelijk gezegde
Mijn broertje kan zich niet gedragen tijdens het eten.
Jullie moeten je schamen voor jullie gedrag.
Slide 11 - Slide
Aan de slag
Maken opdracht 8 t/m 14 van 1.7 Grammatica
Degenen die willen: Opdracht 10 en 14 samen
Niet maken: Opdracht 12 + 13
Slide 12 - Slide