Yuverta

Welvaart Wereldwijd

1 / 26
next
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

0

Slide 1 - Video

Hoofdstuk 6
Welvaart Wereldwijd


6.1 Hoe herken je een ontwikkelingsland?
6.2 Arm zijn is arm blijven?
6.3 Hoe kan een land zich ontwikkelen
6.4 Hoe dragen wij ons steentje bij?

Slide 2 - Slide

De welvaart tussen twee landen kun je vergelijken door:
A
de hoogste inkomens per land te vergelijken.
B
de laagste inkomens per land te vergelijken.
C
het inkomen per hoofd te vergelijken.
D
het nationaal inkomen te vergelijken.

Slide 3 - Quiz




Hoe berekenen we inkomen per hoofd van de bevolking?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Denemarken heeft een bevolking van 6 miljoen mensen. Het nationaal inkomen is €250 miljard. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking in Denemarken.
A
€416.66,66
B
€39.128,25
C
€42.000,00
D
€41.666,67

Slide 7 - Quiz

Hoe omschrijf je het begrip ontwikkelingsland?

Slide 8 - Open question

Noem eens een aantal kenmerken van ontwikkelingslanden?

Slide 9 - Open question

Video bekijken
Bekijk de volgende video en beantwoord de vraag die er na komt!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Een kenmerk van ontwikkelingslanden is de snel groeiende bevolking. In 2015 woonden er 21 miljoen mensen in Angola. De verwachting is dat het land in 2025 28 miljoen inwoners zal hebben. Met hoeveel procent groeit de bevolking tussen 2015 en 2025?
A
25%
B
125%
C
33,3%
D
133,3%

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Rente berekenen per jaar
Formules:
Leenbedrag : 100 x rentepercentage* 
of
Rentepercentage* : 100 x leenbedrag
*(is altijd per jaar)

Slide 14 - Slide

Rekenvraag rente berekenen
Nederland leent 600 miljoen bij de Wereldbank. De rente is 1,4%. 

Reken uit hoeveel rente Nederland ieder jaar moet betalen.

Slide 15 - Slide

Wat zijn gevolgen van
onderontwikkeling?

Slide 16 - Mind map

Wat is een vicieuze cirkel?
A
Een situatie waarin problemen elkaar beïnvloeden.
B
Een situatie waarin problemen elkaar niet beïnvloeden.
C
Een rondje.
D
Een economische cirkel.

Slide 17 - Quiz

Microkrediet
Microkrediet is een kleine lening die door een hulporganisatie wordt verstrekt, omdat kleine ondernemers in ontwikkelingslanden meestal niet bij gewone banken kunnen lenen.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Voorstanders van Microkrediet vinden het goed dat er rente betaald moet worden voor het microkrediet. Welk argument kan daarvoor gebruikt worden?
Door de rentebetaling krijg je minder verstrekkers van microkredieten
Door de rentebetaling leren de ontvangers economisch handelen.
Door de rentebetaling maken de ontvangers van microkredieten eerder winst.

Slide 20 - Drag question

Wereldhandelsorganisatie (WTO)
De Wereldhandelsorganisatie staat ook bekend als de WTO, de World Trade Organisation. De WTO is erop gericht handel te stimuleren. Dat doet ze door landen te laten onderhandelen over het verlagen van invoertarieven, het afschaffen van regels die de hoeveelheid handel beperken, en het laten gelden van gelijke regels voor alle landen. De WTO kan zelf geen regels maken; er kunnen alleen besluiten worden genomen als alle landen het met elkaar eens worden. Landen kunnen klachten indienen bij de WTO als andere landen zich niet aan die regels houden.

Slide 21 - Slide

Wat is de belangrijkste taak van de Wereldhandelsorganisatie?
A
Handel stimuleren
B
Regels maken
C
Onderhandelen over invoerrechten
D
Klachten behandelen

Slide 22 - Quiz

Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking bestaat uit twee soorten hulp:

Structurele hulp: Het aanpakken van oorzaken van armoede, zodat de arme landen economisch zelfstandig kunnen worden.

Noodhulp: Hulp bij natuurrampen, grote voedseltekorten of oorlog. Dit is hulp op korte termijn.

Slide 23 - Slide

Fairtrade
Is een organisatie die boeren en arbeiders in ontwikkelingslandden helpt door ze een eerlijke prijs voor hun producten te bieden.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Huiswerk
BB examentraining Hoofdstuk 6
KB examentraining Hoofdstuk 6

Slide 26 - Slide