What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
NE 2K - L H5 (les 1-2)
Welkom
Nederlands
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Nederlands
Slide 1 - Slide
Samen lezen
Stiefkind,
Selma Noort
Lenen
E-book via online bieb
Boekopdracht
Samenvatting bijhouden.
Beeldverslag (zie hand-out).
Slide 2 - Slide
Programma
Deze les
Samen lezen + samenvatten (10 minuten).
Uitleg theorie Lezen H5 (5 minuten).
Zelfstandig werken aan opdrachten (20 minuten)
Oefenen met Taalverzorging (10 minuten).
Afsluiten (5 minuten).
Nieuw lesdoel
Je kunt een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.
Toets Lezen H4 + H5
Boekopdracht
Inleveren op 10-03-2020.
Opdracht nogmaals bespreken.
Slide 3 - Slide
Lezen H5:
Kritisch lezen
Leerdoel
Je kunt een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.
Uitleg
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar > _________
lezen > stel _________ .
Hoe _________ is de schrijver? Let op
kennis
en
ervaring
.
Wat is het _________ van de tekst? Wil de schrijver
informeren
,
overtuigen
of
activeren
?
Hoe _________ is de tekst? Worden alle
feiten
verteld?
Wat is de _________ van de tekst? Let op de
datum
en de
bron
.
Slide 4 - Slide
Lezen H5:
Kritisch lezen
Leerdoel
Je kunt een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.
Uitleg
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar >
kritisch
lezen > stel
vragen
.
Hoe
deskundig
is de schrijver? Let op
kennis
en
ervaring
.
Wat is het
doel
van de tekst? Wil de schrijver
informeren
,
overtuigen
of
activeren
?
Hoe
volledig
is de tekst? Worden alle
feiten
verteld?
Wat is de
bron
van de tekst? Let op de
datum
en de
bron
.
Slide 5 - Slide
Lezen H5:
Kritisch lezen
Leerdoel
Je kunt een tekst kritisch lezen om te beoordelen of een tekst betrouwbaar is.
Opdracht
Maak opdracht 1-2 (blz 116-117).
GL: Maak opdracht 1 (blz 116-117).
Slide 6 - Slide
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
Dit is een samengestelde zin.
B
Dit is geen samengestelde zin.
Slide 7 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
Deze zin bevat 1 persoonsvorm.
B
Deze zin bevat 2 persoonsvormen.
C
Deze zin bevat 3 persoonsvormen.
D
Deze zin bevat 4 persoonsvormen.
Slide 8 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
PV = (1) proberen, (2) begrijpen, (3) hoeft
B
PV = (1) maken, (2) leren, (3) hoeft
C
PV = (1) proberen, (2) leren, (3) hoeft
D
PV = (1) maken, (2) begrijpen, (3) doen
Slide 9 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
GZ = (1) proberen te maken, (2) leren begrijpen, (3) hoeft te doen
B
GZ = (1) proberen, (2) leren , (3) hoeft
C
GZ = (1) maken, (2) begrijpen, (3) doen
D
GZ = (1) proberen, (2) begrijpen, (3) doen
Slide 10 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
OW = (1) wetenschappers, (2) je, (3) je
B
OW = (1) wetenschappers, (2) ze, (3) je
C
OW = (1) robots, (2) je, (3) je
D
OW = (1) robots, (2) ze, (3) je
Slide 11 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou,....
A
Deze zin bevat een lijdend voorwerp, maar geen meewerkend voorwerp.
B
Deze zin bevat een lijdend voorwerp en een meewerkend voorwerp.
C
Deze zin bevat geen lijdend voorwerp, maar wel een meewerkend voorwerp.
D
Deze zin bevat geen lijdend voorwerp en ook geen meewerkend voorwerp.
Slide 12 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou,....
A
LV = wetenschappers, MV = robots
B
LV = robots, MV = wetenschappers
C
LV = robots, MV = voor jou
D
LV = voor jou, MV = robots
Slide 13 - Quiz
...., dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
Deze zin bevat geen meewerkend voorwerp.
B
Deze zin bevat een meewerkend voorwerp.
Slide 14 - Quiz
...., dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
MV = ze
B
MV = moeite voor
C
MV = (eerste) je
D
MV = (tweede) je
Slide 15 - Quiz
Wetenschappers proberen robots zo te maken voor jou, dat ze je leren begrijpen zonder dat je er zelf moeite voor hoeft te doen.
A
'Ze' verwijst nergens naar.
B
'Ze' verwijst naar 'wetenschappers' en 'robots'.
C
'Ze' verwijst naar 'wetenschappers'.
D
'Ze' verwijst naar 'robots'.
Slide 16 - Quiz
Poëzie en fictie:
Gelukkig
(B)
Leerdoel
Je krijgt
plezier
in lezen en je ontdekt hoe je me
t taal
gevoelens
kunt uiten.
Je kent het verschil tussen
letterlijk
en
figuurlijk
taalgebruik
Slide 17 - Slide
Programma
Deze les
Afsluiten (5 minuten).
Controle lesdoelen
Op welke
vier
onderdelen let je als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is?
Slide 18 - Slide