What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
NE 1K/G - Ws4, Tv 4.3, Hh 4, PF (les 11)
Welkom
Nederlands
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Nederlands
Slide 1 - Slide
Nederlands
Lezen
Slide 2 - Slide
Nederlands
Start
Lesdoel
Je kunt de betekenis van een woord afleiden uit een tegenstelling.
Je kunt het voltooid deelwoord goed spellen.
We werken aan fictiedoelen.
Slide 3 - Slide
Nederlands
H4 Woordenschat: Tegenstelling
Leerdoel
Je kunt de betekenis van een woord afleiden uit een tegenstelling.
Opdracht
Nakijken opdracht 6-8.
Woordraadstrategieën
Synoniem
Betekenis
Voorbeeld
Tegenstelling
Bekend woorddeel
Let goed op signalen in de tekst.
Lees de theorie voor voorbeelden.
Slide 4 - Slide
Nederlands
Taalverzorging 4.3: Voltooid deelwoord
Leerdoel
Je kunt het voltooid deelwoord goed spellen.
Opdracht
Nakijken opdracht 2-3.
Maken alle opdrachten af.
Nakijken laatste opdrachten.
Voltooid deelwoord
Als iets klaar is, is het voltooid: ik fiets, ik fietste, ik heb gefietst (= voltooid deelwoord).
Vorm
Ge- aan het begin van het woord: fietsen > gefietst.
Ge- in het woord: opruimen > opgeruimd.
Geen ge-: verliezen > verloren, begrijpen > begrepen.
Spelling
Sterke werkwoorden op -en: slapen > geslapen
Zwakke werkwoorden op -d of -t: fietsen > gefietst, ruilen > geruild (tip: langer maken of
't sexy fokschaap
gebruiken).
Slide 5 - Slide
Nederlands
Toets: Herhaling H4 (K)
Lezen
Je kunt inleiding, middenstuk en slot van een tekst herkennen.
Woordenschat
Je kunt de betekenis van een woord afleiden uit een tegenstelling.
Je kent de woorden en uitdrukkingen uit dit hoofdstuk (zie bijlage).
Taalverzorging
Je kunt het gezegde in de zin benoemen.
Je kunt meervouden op -s en -en goed spellen.
Je kunt het voltooid deelwoord herkennen en goed spellen.
Slide 6 - Slide
Nederlands
Toets: Herhaling H4 (GL)
Lezen
Je kunt inleiding, middenstuk en slot van een tekst herkennen.
Woordenschat
Je kunt de betekenis van een woord afleiden uit een tegenstelling.
Je kent de woorden en uitdrukkingen uit dit hoofdstuk (zie bijlage).
Taalverzorging
Je kunt het lijdend voorwerp in de zin benoemen.
Je kunt het geslacht (m, v, o) van woorden herkennen en het juiste verwijswoord gebruiken.
Je kunt het voltooid deelwoord herkennen en goed spellen.
Slide 7 - Slide
Nederlands
Toets: Herhaling H4
Opdracht
Oefening online met de herhalings- en steropdrachten.
Lezen
Woordenschat
Taalverzorging 4.1
Taalverzorging 4.2
Taalverzorging 4.3
Vind je iets moeilijk?
Oefen met de brugopdrachten (achterin het boek/online).
Slide 8 - Slide
Nederlands
Poëzie en fictie
Leerdoelen
Je kunt je inleven in andere personen en situaties.
Opdracht
Neem
onderdeel
C Familie
voor je.
Gezamenlijk werken aan de opdrachten: lezen > vragen beantwoorden > lezen enzovoort.
Slide 9 - Slide
Nederlands
Afsluiting
Lesdoel
Je kunt de betekenis van een woord afleiden uit een tegenstelling.
K: Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed spellen.
GL: Je kunt verwijswoorden goed gebruiken.
We werken aan fictiedoelen.
Slide 10 - Slide