#14. Surfen op het internet

• Informatica
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Surfen op het internet

In deze interactieve powerpoint gaan jullie met behulp van filmpjes en opdracht de leerstof verwerken.

Quiz

In deze interactieve powerpoint gaan jullie met behulp van filmpjes en opdracht de leerstof verwerken.

Wat zie je ?

1. Pagina's
2. Zoekmachines
3. Browsers

Welke URL is juist?

1. zalando.be
2. www.zalando.be
3. www.zalando
4. zalando

Welk deel is aangeduid?

1. Zoekbalk
2. Favorieten
3. Navigatieknoppen
4. Adresbalk

Welk deel is aangeduid?

1. Zoekbalk
2. Favorieten
3. Navigatieknoppen
4. Adresbalk

Welk deel is aangeduid?

1. Zoekbalk
2. Navigatieknoppen
3. Favorieten
4. Adresbalk

In welke taal onthoudt een computergeheugen?

1. 0 en 1
2. Letters
3. Streepjes
4. Vormen

Wat is het grootste?

1. 1 KB
2. 1 TB
3. 1 GB
4. 1 MB

Wat was je score?
Hoeveel vragen had je goed?

Navigeren op het internet

Jullie hebben al een aantal onderdelen van deze les gezien.
Nu gaan we iets dieper hierop in.

Een internetbrowser

Als je op het internet wilt, open je een browser.

Er zijn verschillende mogelijkheden zoals:

- Google Chrome

- Mozilla Firefox 

- Microsoft Edge            (vroeger 'Internet Explorer')

- Safari                                 (Mac computers)

De adresbalk

In de volgende slide vind je een filmpje over de adresbalk.

Zorg dat je geluid aanstaat.

0

URL

Een url is een uniek internet adres en bestaat uit 3 delen.

WWW.SMARTSCHOOL.BE

www = word wide web (wereldwijde web)

smartschool = eigennaam

.be = landcode of  exstentie (doel)

Navigatieknoppen

De navigatieknoppen vind je bovenaan, links van de adresbalk.
Deze kun je gebruiken om je door de pagina's te sturen.

Op de volgende slide zie je de voorbeelden:

Navigatieknoppen

Vorige/volgende pagina

pagina opnieuw laden (vernieuwen)

Naar de startpagina

• Een pagina vernieuwen: kan je gebruiken als je pagina niet wilt laden. Of als er wijzigingen zijn om deze opnieuw te laden.
• Naar de startpagina: als je het internet opent via een browser kom je uit op een bepaalde pagina. Dit is jouw startpagina. Deze kun je aanpassen.

Navigatieknoppen

• Vernieuwen = dezelfde pagina opnieuw laden.
• Startpagina (icoon is niet bij iedereen te zien) deze pagina is de eerste pagina die je ziet als je een internetbrowser opent.

favorieten

Vaak aangeduid met een sterretje.

Kijk volgend filmpje om te weten te komen hoe je een pagina/website tot jouw favorieten maakt.

Nu is het aan jou

Maak zelf een favoriete pagina aan.
Je mag zelf kiezen welke pagina.

Geschiedenis

Je internetbrowser onthoudt welke websites je allemaal hebt bezocht. 

Deze kan je terug vinden bij instellingen               geschiedenis.

Of

De toetsen ctrl + H indrukken.

Nu zie je per dag per, uur welke website je hebt bezocht. 
Soms is dit gemakkelijk als je een goede/leuke website hebt gevonden maar niet meer weet hoe deze heet.

! DUS LET OP alles wat je doet op het internet wordt bewaard !

Probeer het nu zelf

OF

ctrl + H

Is het gelukt?

1. Ja
2. Nee

Besturingssystemen & toepassingsprogramma's

Dit zijn 2 voorbeelden van software.

• Besturingssystemen = Het hoofdprogramma
    dat zorgt dat een computer of laptop werkt.
  Bijvoorbeeld: Windows 10
• Toepassingsprogramma's = Dit zijn programma's waarmee
  ik taken kan uitvoeren.
  Bijvoorbeeld: Word        (tekstverwerking)

Software zijn items op je computer die je niet kan vastnemen

Hardware zijn items die  je kan vast nemen zoals het toetsenbord of de muis. 

OPDRACHT:

In de volgende slide moet je de logo's naar het juiste vak slepen.

Is het logo een toepassingsprogramma
of een besturingssysteem.

Windows 7

Excel (rekenblad)

MacOS

Spotify

Linux

Virusscanner

Google Chrome

Toepassingprogramma's

Besturingsystemen

Besturingssystemen

• Windows 10 = laaste versie van het besturingsysteem voor windows computers
• MacOS = besturingsysteem voor Apple
• Linux = gratis besturingssysteem

Toepassingsprogramma's

• Excel = rekenblad, waarin je formules kan gebruiken.
• AVG = virusscanner om je pc te beveiligen.
• Spotify = programma om muziek te beluisteren en afspeellijsten te maken. (gratis & betalend)
• Google Chrome = een internetbrowser.

Dataformaten 

Dataformaten ofwel bestandsextensie is het formaat waarin je bestand opslaat. 

Bijvoorbeeld: een foto wordt opgeslagen als .jpg

Je vindt de bestandsextensie achter de '.'

OPDRACHT

Kijk op volgende afbeelding welke extensie gevraagd wordt. Duidt het juiste antwoord aan.

Welk dataformaat heeft het Word-document?

1. .jpg
2. .xlsx
3. .pptx
4. .docx

Welk dataformaat heeft de Powerpoint-presentatie

1. .jpg
2. .xlsx
3. .pptx
4. .docx

Welk dataformaat heeft de afbeelding?

1. .jpg
2. .xlsx
3. .pptx
4. .docx

Welk dataformaat heeft het Excel-bestand?

1. .jpg
2. .xlsx
3. .pptx
4. .docx

Andere dataformaten

Bestand	Afbeelding	Extensie
Portable document format (PDF)		.pdf
Muziekbestand		.mp3
Videobestand		.mp4

Eenheden

Een bestand heeft niet enkel een dataformaat maar ook een eenheid. Deze toont aan hoe groot een bestand is.

Bijvoorbeeld: mijn Word-bestand is 75kB

kB = kilobyte

Geheugen

Om een bestand op te slaan moeten we plaats voorzien in het geheugen.

Een computergeheugen onthoud alles met bits en bytes.

Bit & Byte

Computertaal bestaan uit '0' en '1'. dit noemen we dan 1 bit.

DUS       bit = 1 of 0 (niet beide, het kan slechts 1 teken zijn)

Een byte bestaat uit 8 tekens: een combinatie van 0 en 1.

bijvoobeeld de letter a in computertaal =  01100001

Opdracht

Schrijf in de volgende slide het woord "bal" zoals je computergeheugen het zou doen.

Schrijf het woord "BAL" zoals je geheugen het zou doen.

Type het woord 

bal

Help!

Het woord bal bestaat uit 3 bytes. (1 byte bestaat uit 8 bits)

Eenhedentabel

In de tabel zie je de verschillende eenheden op volgorde.

 

Met enkele voorbeelden.

Eenheden

De eenheden kan je vaak aflezen.

Bijvoorbeeld op een USB-stick staat 128 GB. Dit is de totale opslag capaciteit. Er kan maximum 128 GB
opgeslagen worden.

Heb je nog vragen over deze les?
Stel ze hieronder.

Tijd om te testen!

Ga naar de volgende link om te evaluatie in te vullen.