1) Microkredieten zijn kleine leningen (tot maximaal enkele honderden euro's) die voornamelijk worden toegekend aan kleine ondernemers in ontwikkelingslanden die daar, door een gebrek aan onderpand, een vast maandinkomen, niet kunnen lenen bij traditionele banken. Ze worden vaak verstrekt door de Wereldbank en het IMF.
3) Veel ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van landbouwproducten of grondstoffen. Door het afsluiten van grondstofovereenkomsten en het aanleggen van buffervoorraden kunnen ontwikkelingslanden stabielere inkomsten krijgen
Slide 13 - Slide
welke soorten hulp zijn er?
1) noodhulp:het sturen van medicijnen, voedsel, tenten bij rampen ( korte termijn)
2) structurele hulp: gericht op oorzaken van armoede aan te pakken. doel: economisch zelfstandig worden (langer termijn)
3) gebonden hulp: het land dat hulp ontvangt verplicht is om goederen en diensten af te nemen in het land dat de hulp biedt.
4) ongebonden hulp: geen voorwaarden
Slide 14 - Slide
welke soorten hulp zijn er?
5) bilaterale hulp: hulp dat rechtstreeks van land tot land wordt verstrekt.
6) multilaterale hulp: ontwikkelingshulp die via internationale organisaties wordt verstrekt
Slide 15 - Slide
invoerrechten door de EU moeten worden
A
verlaagd
B
verhoogd
Slide 16 - Quiz
importquota door de EU moeten worden
A
verlaagd
B
verhoogd
Slide 17 - Quiz
exportsubsidies door de EU moeten worden
A
verlaagd
B
verhoogd
Slide 18 - Quiz
lees het kader op bladzijde 244
Slide 19 - Slide
Welk belangrijk persoon in NL is hier mee bezig?
Slide 20 - Mind map
Waarom geeft men arme landen een microkrediet??
Slide 21 - Open question
Is het redelijk dat ze hier rente voor betalen?
A
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Video
Protectiemaatregelen zijn ??
Slide 24 - Mind map
Vrijhandel
Waarom wil de WTO deze in de wereld bevorderen?
Slide 25 - Slide
Antwoord:
Dan kunnen de ontwikkelingslanden heel makkelijk en voor een eerlijke prijs exporteren
Ze krijgen meer inkomsten en hun welvaart gaat dus stijgen.
Slide 26 - Slide
Ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van de export. Waarom?
Slide 27 - Open question
Antwoord:
De prijzen zijn niet stabiel, kan meer en minder worden.
dus ook het inkomen kan sterk stijgen en/of dalen
Slide 28 - Slide
Zoek eens uit wat een buffervoorraad is:
Slide 29 - Open question
Vier soorten hulp:
1. Structurele hulp ( over een lange tijd)
2. bilaterale hulp ( regering geeft geld aan regering)
3. Gebonden hulp ( verantwoording)
4. Noodhulp ( adhoc hulp bieden)
Slide 30 - Slide
Huiswerk: opdracht 21 t/m 31
en we ronden de volgende keer af met paragraaf 8.4