1a. Werkboekje: blz. 6, oefening 11 (ww gez: alle werkwoorden in de zin)
1b. Werkboekje zelf nakijken.
2. Kies een onderdeel waar je nog niet aan gewerkt hebt.
Ga aan de slag.
Stel vragen als iets niet duidelijk is.
Wissel de onderdelen met elkaar af.