What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
5.3 Versneld / eenparig / vertraagd
5.3 Versneld – eenparig – vertraagd
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
5.3 Versneld – eenparig – vertraagd
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij eenparige, versnelde en vertraagde beweging.
Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
Je kunt het afstand-tijddiagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
Slide 2 - Slide
Natuurkundigen verdelen bewegingen in verschillende soorten. Daarbij kijken ze vooral naar de snelheid:
wordt de snelheid steeds groter,
blijft ze de hele tijd gelijk of
neemt ze steeds verder af?
Slide 3 - Slide
De versnelde beweging
De versnelde beweging is een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt.
Voorbeeld: een auto die begint met rijden nadat deze stilstond bij een stoplicht
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
De eenparige beweging
De eenparige beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft.
Voorbeeld: een auto die op de snelweg constant 100 km/h rijdt (op cruise control)
De eenparige beweging wordt ook wel de constante beweging genoemd
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
De vertraagde beweging
De vertraagde beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds omlaag gaat.
Voorbeeld: een auto die remt voor een stoplicht dat op rood staat
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Opdrachten maken
Kader:
5.3, opdr 1 t/m 12, BLZ 28 t/m 36
Basis:
5.3 opdr 1 t/ 12, BLZ 28 t/m 33
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 15 - Quiz
Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 16 - Quiz
Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 17 - Quiz
Bij welke beweging hoort deze grafiek?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 18 - Quiz
Bij welke beweging hoort deze grafiek?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 19 - Quiz
Bij welke beweging hoort deze grafiek?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging
Slide 20 - Quiz
HUISWERK
Paragraaf 5.3, opdracht 1 t/m 12, blz 27 t/m 34
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video