Les 1. Introductie gedrag

• Dierverzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Les 1. Introductie gedrag 

Inleiding

Weet jij waarom dieren doen wat ze doen?

Waarom ze er uitzien zoals ze er uitzien?

Dieren doen altijd iets, zelfs als ze slapen. Ieder gedrag van een dier heeft een reden. Een dier gedraagt zich naar een doel!

Vaak door alleen al naar een dier te kijken kun je al voorspellen wat voor een gedrag een dier vertoont. Iedere soort is anders en is zo door de natuur gemaakt dat ze zich helemaal aangepast hebben aan hun gedrag

Leerdoelen

• Je kunt vertellen wat gedrag is.
• Je kunt vertellen wat een prikkel is. 
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een inwendige en uitwendige prikken. 

Wat is diergedrag?

Wat is diergedrag?

Gedrag is alles wat een mens of dier doet. 

Gedrag = reactie op prikkel

De meeste dieren hebben 5 zintuigen. Met je zintuigen krijg je prikkels binnen.  

De zintuigen reageren op prikkels van de buitenwereld. 

Uitwendige prikkels

Prikkels die van buiten het lichaam worden opgemerkt, zijn uitwendige prikkels. Uitwendige prikkels worden opgemerkt door zintuigen.

Zintuig -> prikkel

• Oog -> licht
•  Neus -> geur
• Mond -> smaak
• Oren -> geluid
• Huid -> warmte 

Inwendige prikkels

Een dier kan ook prikkels krijgen van binnenuit.
Als een dier niet genoeg eten krijgt, krijgt het honger. Ook de voortplanting wordt geprikkeld van binnenuit.
Dit noemen we inwendige prikkels. 

Doel van gedrag 

Het gedrag van dieren kan je onderverdelen in veel soorten gedrag. 

Eetgedrag: de manier hoe een dier aan eten komt. 
Sociaal gedrag: de manier hoe een dier met soortgenoten omgaat. 

Vluchtgedrag: de manier waarop een dier vlucht.

Dreiggedrag: de manier waarop een dier dreigt.
Voortplantingsgedrag: de manier waarop een dier vrouwtjes verleidt om voort te planten. 

Leerdoelen

• Je kunt vertellen wat gedrag is.
• Je kunt vertellen wat een prikkel is. 
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een inwendige en uitwendige prikken. 

Aan de slag!

- Lees les 1. 

- Maak opdracht 1 t/m 7. 

- Let op, sommige opdrachten mag je in tweetallen maken.

Sociaal gedrag, koeien begroeten soortgenoten. 

Voortplantingsgedrag, mannetje gaat achter het vrouwtje aan tot dat de daad is gedaan.

Vluchtgedrag, buffels vluchten voor aanval op de leeuwen. 

Dreiggedrag, spreekt voor zich.

Eetgedrag, oerang oetang zoekt met een stokje eten en eet het op.