This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Stroomgrootheid
Vooraadgrootheid
Vermogen
Inkomen
Slide 1 - Drag question
Geef een definitie van vermogen.
Slide 2 - Open question
Is het mogelijk om negatief vermogen te hebben?
A
ja
B
nee
Slide 3 - Quiz
Wat zijn de vijf soorten primaire inkomen?
Slide 4 - Mind map
Maak verbinding tussen de bron en de soort primaire inkomen.
Loon
Rente
Huur
Pacht
Winst
Onroerend goederen
Arbeid
Kapitaal
Ondernemerschap
Natuur
Slide 5 - Drag question
Hoe leid groter vermogen tot groter inkomen?
Slide 6 - Open question
Welke van deze primarire inkomens komt niet uit vermogen?
A
Loon
B
Pacht
C
Rente
D
Huur
Slide 7 - Quiz
Hoe leid groter inkomen tot groter vermogen?
Slide 8 - Open question
Besteedbaar inkomen is inkomen nadat ____ er is afgehaald:
A
aftrekposten
B
belastingen en premies
C
bruto-uitkeringen (pensioen, WW, ezv)
D
heffingskorting
Slide 9 - Quiz
Besteedbaar inkomens, netto-inkomens en secondaire inkomens zijn allemaal synoniemen.
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 10 - Quiz
Welke is groter: inkomensongelijkheid of vermogensongelijkheid? Waarom?
Slide 11 - Open question
Gestandardisseerd besteedbaar inkomen is een gestandardisseerd cijfer gebruikt om inkomens van verschillende huishouden te vergelijken. Dus is het besteedbaar inkomen gestandardisserd door: