Sommige woorden bestaan uit een woord en een
voorvoegsel. Er zijn ook woorden met een
achtervoegsel. Als je de betekenis van een deel van het word weet, kun je de betekenis van een woord met een achtervoegsel soms wel bedenken. Bijvoorbeeld:
- Deze laarzen zijn heel goed bruiktbaar als jet glad is. In bruikbaar herken je het woord gebruiken. Bruikbaar betekent dus: je kunt het gebruiken.
- Achtervoegsels die veel voorkomen zijn: -lijk, -heid, -teit, -baar, -atie, -aard, -aar, -isch, -ing, -ig.
- Soms geven achtervoegsels woorden een andere betekenis:
- loos: waardeloos (zonder waarde).
-vol: smaakvol (met veel smaak).