Yuverta

Quizvragen hoofdstuk 1 Zakgeld en inkomen

Nick krijgt iedere vrijdag € 2 zakgeld van zijn moeder. Wat voor soort inkomen is zakgeld ?
A
Inkomen met tegenprestatie
B
Inkomen zonder tegenprestatie
C
Inkomen in natura
D
Gratis geld
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nick krijgt iedere vrijdag € 2 zakgeld van zijn moeder. Wat voor soort inkomen is zakgeld ?
A
Inkomen met tegenprestatie
B
Inkomen zonder tegenprestatie
C
Inkomen in natura
D
Gratis geld

Slide 1 - Quiz

herhalingsvragen hoofdstuk 1

Slide 2 - Slide

Piet werkt vijf dagen per week als schoonmaker. Dit is een vorm van inkomen....
A
met tegenprestatie
B
zonder tegenprestatie

Slide 3 - Quiz

Je kunt je ontvangsten per maand omrekenen naar een weekbedrag.
Hoe doe je dat?
A
eerst :12, daarna x52
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst :52, daarna x12
D
eerst x52, daarna :12

Slide 4 - Quiz

Je kunt een bedrag dat je elke week ontvangt, omrekenen naar een maandbedrag. Hoe doe je dat?
A
eerst x52, daarna :12
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst x4, daarna :52
D
eerst : 52, daarna x12

Slide 5 - Quiz

Bekijk de tabel.
Zoek in de tabel het getal 5.
Geef aan wat dit getal voorstelt. Kies uit de volgende mogelijkheden:

A
het aantal dozen/kisten
B
het aantal gewerkte uren
C
het aantal medewerkers

Slide 6 - Quiz

Bekijk de tabel. Zoek de bedragen € 2,25, € 4,50, € 6,75, € 9,00, € 11,25 en € 13,50.
Schrijf op hoe je zo’n serie bedragen onder elkaar in een tabel noemt.

A
Minimumloon uurloon overzicht
B
Leeftijd categorie
C
Gewerkte uren

Slide 7 - Quiz

"Iemand in dienst van een bedrijf of instelling" noem je een
A
werknemer
B
werkgever

Slide 8 - Quiz

Voor welke leeftijd geldt het minimum jeugdloon?
A
14 - 23 jaar
B
14 - 22 jaar
C
15 - 22 jaar
D
15 - 23 jaar

Slide 9 - Quiz

Voor welke leeftijd geldt het minimum jeugdloon?
A
14 - 23 jaar
B
14 - 22 jaar
C
15 - 22 jaar
D
15 - 23 jaar

Slide 10 - Quiz

Je krijgt rente.
Rente ...
A
Komt erbij
B
Gaat eraf

Slide 11 - Quiz

Wat voor soort inkomen wordt afgebeeld?
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen
D
Inkomen uit natura

Slide 12 - Quiz

Rawah heeft krantjes rond gebracht door de regen. Gelukkig had ze een regenpak aan die ze had gekregen van het krantenbedrijf. Welk soort inkomen is een regenpak?
A
Overdrachtsinkomen
B
Inkomen uit arbeid
C
Inkomen uit bezit
D
Inkomen in natura

Slide 13 - Quiz

Waarom is er een minimumloon ingesteld?
A
Om bedrijven te beschermen.
B
Om arbeiders te beschermen.

Slide 14 - Quiz

Welk spaarmotief gebruik je als je spaart voor een televisie?
A
sparen voor de rente
B
sparen uit voorzorg
C
sparen voor een doel
D
sparen voor een ander

Slide 15 - Quiz

Henk spaart geld voor als zijn mobiel kapot gaat. Wat is zijn reden om te sparen?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen als rekenmiddel

Slide 16 - Quiz