Yuverta

Quiz 2 Fictie

Fictie Quiz
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

Items in this lesson

Fictie Quiz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat komt niet voor in een verhaal met een chronologische volgorde?
A
flashbacks
B
hoofdpersonen
C
informatie over de sfeer

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen fictie en non-fictie?
A
Onder fictie vallen verhalen die niet verzonnen zijn.
B
Onder non-fictie vallen verhalen die verzonnen zijn.
C
Onder non-fictie vallen verhalen die niet verzonnen zijn.
D
Onder fictie vallen verhalen die verzonnen zijn.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen kenmerk van een hoofdpersoon?
A
Het is alsof je deze persoon zelf bent
B
Deze persoon wordt niet zo uitgebreid beschreven
C
Je leert de gevoelens van deze persoon goed kennen
D
Je beleeft een verhaal via deze persoon.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wiens perspectief volgen we in dit fragment?

"‘Meral, heb je even?’ Bilal, haar man, klapt zijn laptop dicht en zet hem op de salontafel. Ze schenkt de thee in en loopt met de volle glazen naar de woonkamer. Ze verstart een moment, zijn vraag klonk alsof er iets niet goed is, maar zakt dan onderuit op de bank en vleit haar hoofd op zijn schoot."
A
het perspectief van Meral
B
het perspectief van Bilal
C
dat van de schrijver
D
geen perspectief

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Is "Brimstone" dus chronologisch verteld of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

Begin van de film 'Up'
Is "Up" dus chronologisch verteld of niet?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Je leest gebeurtenissen altijd door de ogen van een personage, dit is vaak de hoofdpersoon. Hoe heet dit?
A
Fysiek perspectief
B
Psychisch perspectief

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zou er bedoeld worden met een meervoudig psychisch perspectief?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions