Oefentoets 4.1 4.2 en 4.3

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Oefentoets

Er volgt een aantal vragen over paragraaf 4.1 4.2 en 4.3 

Bereid je voor op deze oefentoets door alles nog door te nemen 

Maak daarna de oefentoets 

Ijzer geleidt elektriciteit.

1. Waar
2. Niet waar

Een föhn zet..... om in......

1. elektriciteit, beweging en warmte
2. warmte, elektriciteit
3. elektriciteit, energie
4. warmte, beweging

Zand geleidt elektriciteit.

1. Waar
2. Niet waar

Glas geleidt elektriciteit.

1. Waar
2. Niet waar

Een Isolator is...

1. een stof die elektriciteit niet doorlaat
2. een stof die elektriciteit doorlaat
3. een stof die elektriciteit niet opwekt
4. een stof die elektriciteit opwekt

Waarom zit er een kunststof laagje om een elektriciteits-draad?

1. Kunststof is zacht
2. Kunststof is buigbaar
3. Kunststof geleid elektriciteit erg GOED
4. Kunststof geleid elektriciteit erg SLECHT

Welke apparaat
gebruikt elektriciteit?

1. windmolen
2. dynamo
3. een televisie
4. een fiets

een gloeilamp zet het grootste deel van de elektriciteit om in

1. licht
2. warmte
3. even veel warmte als licht

een wasmachine is een elektrisch apparaat die de elektriciteit omzet in warmte en in beweging

1. waar
2. niet waar

Een huisinstallatie is te vergelijken met

1. Serie-schakeling
2. Gemengde schakeling
3. Parallel schakeling

wat vertelt een schakelschema over elektriciteit?

1. welke onderdelen je nodig hebt hoe je die met elkaar verbindt
2. welke symbolen er allemaal zijn van elektriciteit
3. een voorbeeld hoe je het moet tekenen

elektriciteit kan gevaarlijk zijn.
3 gevaren zijn:

1. vuur - brand - geen stroom meer
2. brand - schok - kortsluiting
3. brand - kortsluiting - ontploffing
4. schok - kortsluiting - smelten

Welke schakeling staat er afgebeeld?

1. serieschakeling
2. parallelschakeling
3. gemengde schakeling

Wat voor soort schakeling staat hier

1. serie schakeling
2. parallelschakeling

1) De plaatjes laten steeds een lampje en een batterij zien. In welke schakeling(en) zal het lampje branden?

1. Schakeling 1
2. Schakeling 3
3. Schakeling 1 en 3
4. Schakeling 1, 3 en 4

Een serieschakeling is een .....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Een parallelschakeling is een ....

1. schakeling met vertakkingen
2. schakeling zonder vertakkingen

Welke schakeling zie je hier?

1. Parallel
2. Serie

Hoe noem je het tekeningetje van een schakeling?

1. Overzichtelijke tekening
2. Schakelschema
3. Een tekening van een Schakeling
4. Een vermogen

Als in een parallel-schakeling een apparaat kapot gaat, werken de andere apparaten in de schakeling ook niet meer.

1. Waar
2. Niet waar

Loopt er een elektrische stroom door een open schakeling?

1. Ja
2. Nee

Welk element van een schakeling staat hier afgebeeld?

1. batterij
2. lampje
3. voltmeter
4. schakelaar

Welk element van een schakeling staat hier afgebeeld?

1. batterij
2. lampje
3. voltmeter
4. schakelaar

Zonlicht is?

1. Rood licht
2. Geel licht
3. Blauw licht
4. Wit licht

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?

1. geen licht
2. alle kleuren licht
3. alleen groen licht
4. alleen blauw licht

Zwarte voorwerpen

1. weerkaatsen nauwelijks licht.
2. absorberen geen licht.
3. weerkaatsen bijna al het licht.

Een groene trui wordt met rood licht beschenen.
Wat gebeurt er?

1. Groen licht wordt geabsorbeerd.
2. Groen licht wordt gereflecteerd.
3. Rood licht wordt geabsorbeerd.
4. Rood licht wordt gereflecteerd.

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Klopt de schaduw?

1. ja
2. nee

Als je een schaduw wilt tekenen moet je beginnen...

1. Bij het voorwerp
2. Bij de lichtbron
3. Vanaf de schaduw terug naar de lichtbron

Een schaduw is een plaats waar géén licht komt

1. waar
2. niet waar

Einde!

• Hoeveel vragen had je goed?
• Ben je tevreden?
• Zo niet: kijk alles nog een keer goed door en herhaal de oefentoets