Yuverta

3.4 Belang van duurzaamheid

1 / 11
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Duurzaam en duurzaamheid
duurzaam = gaat lang mee en/of kan hergebruikt worden
duurzaamheid=
1. van toepassing op de levensduur van een product
2. de manier waarop een product gemaakt is
3. zo verstandig mogelijk omgaan met energiebronnen, het milieu, de leefomgeving en de mens

Slide 2 - Slide

De 3 P's en duurzaam ondernemen
  • People
  • Planet
  • Profit

Duurzaamheid is de balans tussen de 3 P's
winst en welvaart (profit), effecten op milieu (planet), effecten op mensen (people)

Slide 3 - Slide

De P van people

  •  lonen
  • kinderarbeid
  • werkomstandigheden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Keurmerk voor duurzaamheid
keurmerk geeft aan dat een product duurzaam geproduceerd is

fairtrade = eerlijke handel
Max Havelaar keurmerk dat 3 P's van duurzame ontwikkeling afdekt

Slide 7 - Slide

Wat is duurzaamheid?
A
Duurzaamheid is een keurmerk
B
Duurzaamheid zegt iets over de kosten van een product
C
Duurzaamheid zegt iets over de levensduur of het productieproces van een product
D
Duurzaamheid zegt iets over hoe lang je een product kunt gebruiken

Slide 8 - Quiz

Wat is van belang bij duurzaam ondernemen?
A
Dat de arbeiders goed betaald worden voor hun diensten
B
Dat je rekening houdt met het mileu
C
Dat je winst maakt
D
Dat er evenwicht is tussen People, Planet & Profit

Slide 9 - Quiz

Bij de productie van palmolie is er geen evenwicht tussen de 3 P's. Met welke P's wordt geen rekening gehouden?
A
Met de P van People en de P van Planet
B
Met de P van Planet en de P van Profit
C
Met de P van Profit en de P van People
D
Met de P van People, de P van Planet en de P van Profit

Slide 10 - Quiz

Wanneer kan een product in aanmerking komen voor het fairtrade keurmerk?
A
Wanneer bij de productie de 3 P's in balans zijn
B
Wanneer bij de productie geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt
C
Wanneer bij de productie de mensenrechten en arbeidsnormen worden nageleefd

Slide 11 - Quiz