Yuverta

Laatste les familiebox: foccacia en quiz

Foccacia
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Foccacia

Slide 1 - Slide

Planning
  • Theorie gemist of niet af?
  • Tijd om in te halen
  • Herhaal quiz familiebox
  • Foccacia maken
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

De familiebox in het kort:
Je weet wat een stroomschema is
Je weet hoe het apparaat heet waar je suikergehalte mee meet
Je weet hoe je de zuurgraad meet
Je weet wat er verplicht is op een etiket
Je kunt het verschil uitleggen tussen THT / TGT
Je weet wat een e-nummer & additief is
Je kunt coderen
Je kent de 6 voedingsstoffen
Je kent de functies van voedingstoffen

Slide 3 - Slide

Wat staat er in een stroomschema?
A
De samenstelling van een product
B
Alle stappen van het productieproces
C
De namen en de taken van de medewerkers

Slide 4 - Quiz

Wat zijn micro organismen?
A
Bacteriën
B
Bacteriën en schimmels
C
Bacteriën en muggen
D
Bacteriën, schimmels en gisten

Slide 5 - Quiz

Hoe heet dit apparaat?
A
Thermometer
B
PH-meter
C
Refractometer

Slide 6 - Quiz

Wat meet je met een refractometer?
A
De zuurgraad
B
Het suikergehalte

Slide 7 - Quiz


A
Basische producten zijn zeepachtige
B
Zure producten zijn zeepachtig

Slide 8 - Quiz

De meeste m.o. groeien het beste bij een PH tussen 6 en 8
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 9 - Quiz

Wat betekent THT?
A
Te gebruiken tot
B
Ten houden tegen
C
Tenminste houdbaar tot

Slide 10 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit verschil uit tussen tenminste houdbaar tot & te gebruiken tot

Slide 11 - Open question

Wat zit er het meest in tomatenketchup?
(zie hiernaast)
A
Water
B
Tomatenpuree
C
Suiker
D
Aroma

Slide 12 - Quiz

Je hebt rijst gekookt. De helft verwerk je in een product. De rest bewaar je.

Wat zet je op de codeersticker?
A
De kooktijd van de rijst
B
De datum waarop je de rijst hebt gemaakt
C
De voedingsstoffen in de rijst

Slide 13 - Quiz

Wat betekent kruisbesmetting?
A
De overdracht van m.o. van het ene naar het andere voedingsmiddel
B
De overdracht van m.o. van gare producten

Slide 14 - Quiz

Noem 3 voorbeelden van persoonlijke hygiëne

Slide 15 - Open question

Noem de 6 voedingsstoffen

Slide 16 - Open question

Wat zijn beschermstoffen
A
Vitamine
B
Koolhydraten
C
Eiwitten

Slide 17 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat de allergenen op het etiket vermeld staan
A
Dat is verplicht volgens het Voedingscentrum
B
Dat is belangrijk voor mensen met een allergie
C
Dat heeft de overheid bepaald

Slide 18 - Quiz

Stappen brood bakken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Gedroogd vs. vers

Slide 21 - Slide

Afronding: wat ging er goed en wat ging er minder goed?

Slide 22 - Open question