Yuverta

9.1 Magnetisme

magneten 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

magneten 

Slide 1 - Slide

Wat weet je
van magneten?

Slide 2 - Mind map

Hoe werkt een magneet?
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Cobalt

Slide 3 - Slide

Noord en zuidpool

Slide 4 - Slide

Permanente magneet
Een magneet met een vaste noord- en zuidpool die altijd 'aan' is. 

  • Staafmagneet
  • Hoefijzermagneet
  • Naaldmagneet

Worden gebruikt in:
Dynamo's, kompassen, luidsprekers, harde schijven, sensoren

Slide 5 - Slide

Magnetisch veld
Veldlijnen -> Zichtbaar met ijzerpoeder

Slide 6 - Slide

Veldlijnen
Om een magneet bevindt zich het magneetveld.
Dit is het gebied waarin de magnetische kracht werkt.


Slide 7 - Slide

Eigenschappen veldlijnen
Veldlijnen lopen buiten de magneet van de
 noordpool naar de zuidpool

Binnen de magneet van de zuidpool naar de noordpool

Bij de polen lopen de meeste veldlijnen en is de magneetkracht het grootste

Slide 8 - Slide

Elektromagneet
  • Een elektrische stroom in een draad
    wekt een magnetisch veld op
  • Bij een enkele draad is dit niet of
    nauwelijks merkbaar
  • In een spoel kan dit een
    zeer sterke magneet opleveren

Slide 9 - Slide

Elektromagneet
Een spoel waar stroom op staat maakt een magnetisch veld. 
Je kan dit aan/uit zetten, sterker maken of de noord/zuidpolen omdraaien.

Het magnetisch veld wordt sterker door:
  • Meer windingen
  • Grotere stroom of spanning
  • IJzeren kern

Slide 10 - Slide

Hoe werkt een elektromotor?
Buitenkant = Permanente magneten zitten vast.
Binnenkant = Elektromagneet kan ronddraaien.

Op het juiste moment wordt de stroom omgedraaid, 
zodat de binnenkant blijft draaien.

Slide 11 - Slide

Rond de aarde heerst een magnetisch veld
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Een magnetisch veld loopt van
de noordpool naar de zuidpool
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Alle metalen kunnen worden gemagnetiseerd
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Metalen die gemagnetiseerd kunnen worden zijn:
A
lood, ijzer en zink
B
ijzer, zink en nikkel
C
lood, kobalt en ijzer
D
ijzer, nikkel en kobalt

Slide 15 - Quiz

Welke bewering klopt
A
Gelijknamige- en ongelijknamige polen stoten elkaar af
B
Gelijknamige polen stoten elkaar af en ongelijknamige polen trekken elkaar aan
C
Gelijknamige polen trekken elkaar aan en ongelijknamige polen stoten elkaar af
D
Gelijknamige- en ongelijknamige polen trekken elkaar aan

Slide 16 - Quiz

Een elektromagneet kun je aan- en uit zetten
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Bij een elektromagneet kun je de noord- en zuidpool omdraaien
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

De sterkte van een elektromagneet hangt af van:
1. het materiaal van de spoel
2. de sterkte van de stroom
3. het aantal windingen
4. het materiaal van de kern
A
1, 2, 3 en 4
B
1, 2 en 3
C
1, 3 en 4
D
2, 3 en 4

Slide 19 - Quiz

uitleg
Een reedcontact is een magneetschakelaar.
Als je er een magneet bij houdt, dan sluit de schakelaar.

Slide 20 - Slide

Reedcontact
Een schakelaar gemaakt van 2 ijzeren plaatjes die verbinding maken zodra er een permanente magneet in de buurt komt.

  • Inbraakalarm
  • Fietscomputers
  • Liften (tellen van verdiepingen)

Slide 21 - Slide

 reedcontact

Slide 22 - Slide

Het relais
Het relais is een schakelaar die wordt bediend door een elektromagneet. 
Een elektromagneet bestaat uit een spoel en een ijzeren kern.

Slide 23 - Slide

Relais
Een kleine stroomkring zet een grote stroomkring aan.
Het is een automatische schakelaar

Slide 24 - Slide

Relais
Een schakelaar met een elektromagneet. Met een kleine stroom kun je een grote stroomkring inschakelen.

Bijvoorbeeld: Thermostaat, startmotor, bewegingsmelders.

Slide 25 - Slide