Yuverta

Leesvaardigheid tekstdoelen

Tekstdoel, onderwerp en hoofdgedachte
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tekstdoel, onderwerp en hoofdgedachte

Slide 1 - Slide

Aan het eind van de les
  • Kun je het onderwerp en hoofdgedachte van een tekst benoemen
  • Weet je wat tekstkenmerken zijn
  • Weet je welk tekstdoel een tekst heeft:
       amuseren - activeren/overhalen - informeren - instrueren
*



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte vaak?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Tekst

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Noem de vijf tekstdoelen.

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Wat is het doel van dit gedicht?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat is het doel van dit recept?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Tekstkenmerken
Onderwerp
Hoofdgedachte (bestaat uit een zin)
Inleiding
Slot

Slide 22 - Slide

Wat zou er bedoeld worden met
Hoofdgedachte is vaak te vinden:

  • in de inleiding of het slot van de tekst

Vraag bij hoofdgedachte:
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?



Slide 23 - Slide

Derde tekstkenmerk: inleiding
-interesse lezer wekken. Dit doet de schrijver door een gebeurtenis te beschrijven:
De politie heeft donderdagmiddag vijf jongeren aangehouden voor de mishandeling met dodelijke afloop in Arnhem. 





Slide 24 - Slide

een mening over het onderwerp te geven :
Burgemeester Ahmed Marcouch van Arnhem noemde de fatale mishandeling donderdag "een afgrijselijke, monsterlijke misdaad, die grote impact heeft op de Arnhemse samenleving".

Slide 25 - Slide

een vraag over het onderwerp te stellen:
Wat gaat er gebeuren met de achttienjarige jongen uit Rozendaal en de vier minderjarigen die de man dodelijk hebben mishandeld?

Slide 26 - Slide

Vierde tekstkenmerk: slot
In het slot staat
een samenvatting (wat is het belangrijkste?) of
een conclusie (besluit na onderzoek of goed nadenken)  of
een antwoord op de vraag die in de inleiding wordt gesteld.

Slide 27 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 28 - Mind map

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 29 - Mind map

Huiswerk
Maken de test jezelf 1.3

Slide 30 - Slide