Yuverta

2023-2024 parte dos

Parte dos: 
Iemand begroeten
Vragen hoe iemand heet 
 Jezelf voorstellen
Vragen hoe het gaat
Afscheid nemen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Parte dos: 
Iemand begroeten
Vragen hoe iemand heet 
 Jezelf voorstellen
Vragen hoe het gaat
Afscheid nemen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Luister naar het fragment; welke leerlingen missen nog in de les?
A
Luna, Eugenia en David
B
Alba, Cristina en Javier
C
Joaquín, Pablo en Fátima
D
Niemand miste

Slide 3 - Quiz

Luister naar onderstaande gesprekjes en geef antwoord op de vragen op de volgende slide.
o Buenas tardes, me llamo Fernando Rato.
■ Encantado, yo soy Ramón Alonso.
o Mucho gusto.
 
o ¡Hola! Soy Mónica, ¿y tú?
■ Dolores. Dolores Blanco.
 
o Yo me llamo Ana Roldán, ¿y usted? ¿Cómo se llama?
■ Soy Felipe Rubio.
o Encantada.



In het Spaans plaats je niet alleen een vraagteken op het einde van de vraagzin maar ook een omgekeerd vraagteken (¿) aan het begin van de vraag (hetzelfde gebeurt bij het uitroepteken).

Slide 4 - Slide

Kijk even terug naar de gesprekjes die je net geluisterd hebt.
a. Welke twee uitdrukkingen gebruiken Spanjaarden om zich voor te stellen?
b. Wat betekenen ‘mucho gusto’ en encantado/a’?

Slide 5 - Open question

Hoe heten deze mensen? Vul je antwoorden hieronder in

Slide 6 - Open question

Llamarse = heten
Dit zijn vormen van het werkwoord llamarse = heten (in het Spaans zeg je dus eigenlijk zich noemen).




Waarom staan (yo), (tú) en (usted) tussen haakjes?
We gebruiken de persoonlijk voornaamwoorden (yo, tú, él/ella/usted, …) alleen maar als er een speciale nadruk op ligt.
! Usted gebruik je vaak zonder dat er sprake is van speciale nadruk, gewoon omdat het beleefder is.
¿Cómo se llama usted? (Hoe heet u?) --> ¿Cómo te llamas?(Hoe heet jij?)




(yo)
me llamo
ik heet
(tú)
te llamas
jij heet
(usted)
se llama
u heet

Slide 7 - Slide

Hier heb je twee mensen, Alfonso en Marta. Laat ze zich aan elkaar voorstellen.

Slide 8 - Open question

Vul in de onderstaande zinnen het werkwoord ‘llamarse’ (heten) in. Lees in de gesprekjes goed of er een hint te vinden is of je de jij- of u-vorm moet gebruiken. Noteer je antwoorden in de volgende slide.
 1. o Yo soy Roberto Rubio ¿y usted? ¿Cómo ... ........?
  ■ ... ........ Alonso Hidalgo.

 2. o ¡Hola! ¿Cómo ... ........?
  ■ Ana. ¿Y tú?
  o Yo soy Margarita.

 3. o Buenos días, ¿cómo ... ........?
  ■ Manuel Chaves, ¿y usted?
  o ... ........ Federico Salinas.

Slide 9 - Slide

Noteer hier de antwoorden van de vorige slide

Slide 10 - Open question

Vul de ontbrekende woorden in in de gesprekjes. Noteer de antwoorden in de volgende slide. 
  1.     o Buenos .........., yo .......... Manuel Chaves. ¿.......... se llama usted?
          ■ Rosa Blades.
          o .......... gusto.
2.      o ¡Hola! Soy Ramón. ¿y ..........?
          ■ Yo me .......... Ana.
3.      o .......... tardes. Me llamo Marta Perales, ¿y ..........?
         ■ Yo soy Dolores Machado.
         o ..........



Slide 11 - Slide


Slide 12 - Open question

Begroetingen
In de gesprekjes en de woordenlijst zijn we al wat begroetingen tegengekomen. Maar wanneer zeg je nu wat?
Buenos días (goedemorgen) zeg je in de ochtend, tot ongeveer 14.00 uur.
Dan zeg je buenas tardes (goedemiddag), tot ongeveer 20.00 uur of zonsondergang.
Dan zeg je buenas noches (goedenavond of goedenacht)
Hola (hoi, hallo) kan je de hele dag zeggen.

Slide 13 - Slide

¿Cómo saludas ...? (Hoe begroet je ...?)

1. Hoe begroet je de kleine Robertito om 3 uur (’s middags natuurlijk!)?
2. Hoe begroet je de directeur van het hotel om 6 uur ’s avonds?
3. Hoe begroet je je vriend Pablo om 10 uur ’s morgens?
4. Hoe begroet je een onbekende op een avondfeest rond 10 uur ’s avonds?
5. Hoe begroet je de oude heer die naast jou in het cafetaria het ontbijt gebruikt?

Slide 14 - Open question

Kijk naar de afbeelding en oefen in tweetallen:
Voer een gesprekje waarbij;
-je elkaar begroet;
-vraagt hoe het gaat;
-vraagt hoe de ander heet en;
 -afscheid neemt. 

Slide 15 - Slide

Kan jij ontcijferen wat deze mensen zeggen? Noteer de gesprekjes in je schrift en post op de volgende slide

Slide 16 - Slide

Post hier de gesprekjes van de vorige slide

Slide 17 - Open question

Als je wilt vragen kun je twee dingen zeggen:
- ¿Qué tal?
- ¿Cómo estás?
En je reageert door te zeggen:
- Muy bien (heel goed)
- Bien (goed)
- Regular (prima, z'n gangetje)
- Fatal (slecht)

Slide 18 - Slide

Hoe gaat het met de volgende kinderen? Luister naar het fragment.

Slide 19 - Open question

Lees en luister het gesprekje. De volgende opdrachten gaan hierover. 

Slide 20 - Slide


Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question

¿Cómo te llamas?
Me llamo...
¿De dónde eres?
Soy de ...
¿Cuántos años tienes?
Tengo ... años. 
Cuál es tu número de teléfono?
Es el...
Tienes correo electrónico?
punto,arroba
¿Hablas inglés?
sí/no/un poco



Hoe heet je?
Ik heet...
Waar kom je vandaan?
Ik kom uit...
Hoe oud ben je?
Ik ben ... jaar oud. 
Wat is jouw telefoonnummer?
Dat is...
Heb je een e-mailadres?
punt, apenstaartje
Spreek je Engels?
Ja/nee/een beetje

Slide 25 - Slide

Open de website op de volgende slide.


Kijk het filmpje als eerste. Die leert je over begroetingen en afscheid nemen in het Spaans. En je leert te vragen hoe het met de ander gaat! 
Maak daarna de oefeningen die onder het filmpje staan, behalve nummer 8 en 10. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link