What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Les 3- V3- wk 39
Hallo V3du4!
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hallo V3du4!
Slide 1 - Slide
Programm
Hausaufgaben
Vorausblick
Wiederholung: verleden tijd & voltooid deelwoord
Wiederholung Modalverben
lesen
Selbstständiges lernen/ arbeiten
Slide 2 - Slide
Dankeschön
Slide 3 - Slide
Vorausschau
PW H1 => wk 44/ 1e Nov
Onderwerpen:
-Woordenschat H1
- haben, sein, werden =>tegenwoordig tijd & onvoltooid verleden tijd
-Modalverben tt
-naamval persoonlijke voornaamwoord
-ein/ kein & uitgang
=> volgende week: zelfstudie in voorbereiding op toets
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Präsens
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn/ u bent
Präteritum
ik was
jij was
hij/zij/het was
wij waren
jullie waren
zij waren/ u was
zijn
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
Slide 6 - Slide
Präsens
ik heb
jij hebt
hij/zij/het heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben/ u hebt
Präteritum
ik had
jij had
hij/zij/het had
wij hadden
jullie hadden
zij hadden/ u had
hebben
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
Slide 7 - Slide
Heute: das Perfekt
Kijk naar de volgende zinnen:
Ich habe am Wochenende getanzt.
Ich habe heute Nacht gut geschlafen.
Ich bin gestern zu Hause geblieben.
Hoe ziet de
Perfekt
eruit?
Heft + Kugelschreiber nehmen
Slide 8 - Slide
Perfekt (v.t.t.) 🖊
Voltooid deelwoord
(Partizip):
ge- + stam + -t
(zwakke ww)
ge- + stam + -en
(sterke ww)
Bijvoorbeeld:
ich habe gehört, sie haben gewohnt
ich habe geschlafen, er ist gefahren, sie haben getrunken
Slide 9 - Slide
Perfekt (v.t.t.) 🖊
Uitzondering:
werkwoorden op -ieren = stam + t
werkwoorden met ver- en be- = stam + t
Slide 10 - Slide
Perfekt (v.t.t.) 🖊
Hoe maken we de
Perfekt
?
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Hulpwerkwoord
:
haben
of
sein
--> regels:
Meestal hetzelfde als NL
Beweging van A naar B -->
sein
(bijv.
ich bin gelaufen, er ist gefahren
)
Slide 11 - Slide
Sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
verledentijd
war
warst
war
waren
wart
waren
voltooid deelwoord
bin gewesen
bist gewesen
ist gewesen
sind gewesen
seid gewesen
sind gewesen
tt
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 12 - Slide
Haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
verledentijd
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten
voltooid deelwoord
habe gehabt
hast gehabt
hat gehabt
haben gehabt
habt gehabt
haben gehabt
tt
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 13 - Slide
Wir üben
timer
7:00
Slide 14 - Slide
Tief durchatmen!
timer
5:00
Slide 15 - Slide
Wiederholung:Modalverben
Slide 16 - Slide
Modalverben
dürfen
= mogen
Können =
kunnen
mögen =
lekker vinden , houden van
müssen
= moeten
wissen
= weten
sollen
= een ander wil dat jij iets moet doen
wollen
= willen
Slide 17 - Slide
Modalverben
Slide 18 - Slide
wir üben
Slide 19 - Slide
Lesen lesen lesen
2 Arbeitsblätter á 7 min lesen
Vertalen?=> uitmuntend.de
of
deepl.com
Wir besprechen zusammen die Antworten.
Slide 20 - Slide
Hausaufgaben
(volgende les)
Lernen H1 woordenlijst N-D & D-N
&
Opdrachten komen in Magister te staan op tijdens de lesuur af te maken
Slide 21 - Slide
Auf Wiedersehen!
Slide 22 - Slide