Yuverta

Begrippen en theorie Hoofdstuk 2 VMBO-3

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke van deze organisaties zijn consumentenorganisaties?
A
Apple
B
ANWB
C
Consumentenbond
D
Albert Heijn

Slide 3 - Quiz

EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK MAAKT RECLAME VOOR EEN PRODUCT
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quiz

Hier zie je een.........
A
Keurmerk voor een veilige trap
B
Keurmerk voor veilige schoonmaakmiddelen
C
Keurmerk voor een veilig apparaat
D
Keurmerk voor een erkend vakman voor gas en elektriciteit

Slide 5 - Quiz

Welk begrip past
hierbij?
A
Globalisering
B
Duurzaam
C
Keurmerk
D
Armoedegrens

Slide 6 - Quiz

Een deugdelijk product is een product dat bij normaal gebruik doet wat het moet doen en lang mee gaat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

wat is een verzameling van wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van producten ?
A
consumentenwetten
B
consumentenregels
C
consumentenrecht
D
productregels

Slide 8 - Quiz

Je ouders worden opgebeld door een energiebedrijf. Ze besluiten in te gaan op het aanbod om hun energiecontract over te zetten naar dit nieuwe energiebedrijf. De volgende dag hebben ze spijt van het besluit. Kunnen ze er nog van af?
A
Ja, want dit is een vorm van colportage
B
Ja, want dit is koop op afstand
C
Nee, want dit is geen colportage
D
Nee, want gekocht is gekocht

Slide 9 - Quiz

Je kunt niet zomaar een klacht indienen bij De Geschillencommissie. Wat moet je als consument eerst doen?
A
Eerst een uitgebreide brief schrijven waarin je de situatie beschrijft
B
Je moet eerst proberen samen met de verkoper tot een oplossing komen
C
Je moet het product (aankoop boven €50,-) binnen 14 dagen terugsturen
D
Je moet eerst bij de rechter zijn geweest

Slide 10 - Quiz

Wat is de woningmarkt ?
A
De vraag naar woningen
B
De totale vraag naar woningen en het totale aanbod van woningen
C
Het totale aanbod van woningen
D
De vraag naar woningen en het aanbod van woningen

Slide 11 - Quiz

Wat is een huurtoeslag ?
A
Is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
B
Een financiële bijdrage van de bank
C
Is een financiële bijdrage van de bank waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Is een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 12 - Quiz

Wat is 'de makelaar'?
timer
0:20
A
Iemand van de bank.
B
Iemand die je huis koopt.
C
Iemand die je helpt je huis te kopen of verkopen.
D
Iemand die repareert.

Slide 13 - Quiz

Een transportakte is:
A
Leveringsakte
B
Eigendomsbewijs van de woning
C
Een akte die in beweging is
D
Alles wat de notaris doet

Slide 14 - Quiz

Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid

Slide 15 - Quiz

Hoeveel is de kosten koper (k.k.)?
A
Ongeveer 1% van de vraagprijs
B
Ongeveer 5% van de vraagprijs
C
Ongeveer 1% van de koopprijs
D
Ongeveer 5% van de koopprijs

Slide 16 - Quiz

wat zijn voorbeelden van milieuschade?
A
afval op straat
B
luchtvervuiling
C
water vervuiling
D
een vieze slaapkamer

Slide 17 - Quiz

Hoe noem je de kosten die de samenleving betaald voor de kosten van milieuvervuiling?
A
Milieukosten
B
Productiekosten
C
Maatschappelijke kosten
D
planschade kosten

Slide 18 - Quiz

Einde
Maak voor jezelf een samenvatting van de theorie van H2
van maximaal 50 woorden. Je mag zelf weten wat je erin zet.

Slide 19 - Slide

Einde van deze les

Slide 20 - Open question