Yuverta

Thema 4 Afweer

Thema 6
Afweer
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5,6

This lesson contains 51 slides, with text slides and 14 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6
Afweer

Slide 1 - Slide

Leerdoelen B1 Bescherming
  • Je kunt de werking en functie van de huid bij de afweer van de mens beschrijven
  • Je kunt de afweermechanismen van planten herkennen

Slide 2 - Slide

Pathogenen
  • Bacterie
  • Schimmel
  • Dieren
  • Virus

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Antigeen
Specifieke afweer betekent dat er gereageerd wordt op een antigeen, bijvoorbeeld:
  • eiwit op de eiwitmantel van een virus,
  • eiwit in de celmembraan van een bacterie,
  • gif dat je binnenkrijgt door een slangenbeet.
  •  eiwit op membraan van een parasiet
  •  eiwit op een cel van een donororgaan

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Eerste verdedigingslinie
Extern, aspecifiek:
  • Mechanische afweer: 
       huid, slijmvliezen, oogvocht, 
       speeksel, slijm
  • Chemische afweer: 
       maagzuur, zweet, 
       pH op de huid

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Maak opdracht 1 en 2
Neem daarna de video over de afweer van planten door

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Maak opdracht 3
Neem daarna de context 'Huidskleur en vitamine D' door 
en maak opdracht 4

Sluit de basisstof af met de flitskaarten en Test Jezelf

Slide 12 - Slide

Leerdoelen B2 Afweer
  • Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven
  • Je kunt vormen van verworven afweer beschrijven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Leerdoelen B2 Afweer
  • Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven
  • Je kunt vormen van verworven afweer beschrijven

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Intern, aspecifiek
  • Fagocyten: granulocyten en macrofagen
  • Herkennen ziekteverwekkers aan afwijkende antigenen
  • Fagocyteren ziekteverwekkers

Slide 17 - Slide

Granulocyt en macrofaag herkennen indringer

Slide 18 - Slide

Fagocytose door fagocyten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Specifieke afweer
  • Uit stamcellen in rode beenmerg ontstaan T- en B-lymfocyten
  • MHC-I receptoreiwitten op celmembraan alle cellen met celkern
  • MHC-II receptoreiwitten op macrofagen en B-cellen

Slide 22 - Slide

Antigenen indringer binden aan MHC-II receptoren --> Antigeen Presenterende Cel (APC)

Slide 23 - Slide

Cellulaire afweer
  • Rijping T-lymfocyten in thymus
  • Verschillende antigeen-specifieke receptoren
  • Receptoren op celmembraan

Slide 24 - Slide

APC bindt aan T-helpercel en activeert deze

Slide 25 - Slide

Geactiveerde T-lymfocyten delen zich

Slide 26 - Slide

Cytotoxische T-cellen ruimen geïnfecteerde cellen op

Slide 27 - Slide

Humorale afweer
  • Cytokinen T-helpercellen activeren B-lymfocyten
  • Antistoffen geproduceerd die in lichaamsvocht zitten

Slide 28 - Slide

B-lymfocyten ontwikkelen zich tot plasmacellen en B-geheugencellen

Slide 29 - Slide

Plasmacellen vormen antistoffen (immunoglobinen)

Slide 30 - Slide

Antistoffen maken indringer onschadelijk

Slide 31 - Slide

Specifieke afweer nog eens op een rijtje

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Basisstof 3
Incubatietijd
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit: actieve en passieve immunisatie

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Basisstof 4
Transplantatie
Bloedtransfusie, bloedgroepen
ABO, resus

Slide 45 - Slide

Transplantatie
  • Afstotingsreacties door MHC eiwitten celmembraan
  • Bij mens MHC-systeem: HLA, 7 loci met meerdere allelen op 6de chromosoom
  • Door HLA-systeem onderscheiden lymfocyten eigen cellen van lichaamsvreemde
  • Afstoting door cellulaire afweer

Slide 46 - Slide

ABO-systeem
  • Drie allelen
  • Antigen A, B of geen antigen
  • Celmembranen rode bloedcellen

Slide 47 - Slide

Antistoffen in bloedplasma

Slide 48 - Slide

Bloedtransfusie rode bloedcellen

Slide 49 - Slide

Resusfactor
  • Resusantigeen op celmembraan
  • Rh- kan antistof resusantigeen maken na contact Rh+ bloed
  • Eerste contact weinig antiresus
  • Tweede contact grote hoeveelheid antiresus

Slide 50 - Slide

Resuskindje

Slide 51 - Slide