What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Les maandag 4 november
Montag 4 November
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Montag 4 November
Slide 1 - Slide
Onze afspraken en regels
- Laptop opgeladen/boeken en schrift bij ons.
- We pakken de spullen voor ons.
- Stil zijn als iemand anders aan het woord is!!
- 3 x huiswerk niet af/spullen vergeten = lesuur nakomen
Slide 2 - Slide
Zielen:
- We kennen 3 zinnetjes van: Deutsch in der Klasse!!!
- We kennen weer wat meer woorden in het Duits.
- We kennen het persoonlijk voornaamwoord in het Duits
- We oefenen met Blooket
Slide 3 - Slide
Deutsch in der Klasse
- Ik ben mijn boek vergeten
- Mag ik naar het toilet?
- Hoe laat is het?
Slide 4 - Slide
Wörter Niederländisch-Deutsch
Slide 5 - Slide
Wat is een
Persoonlijk voornaamwoord?
Slide 6 - Mind map
Persoonlijke voornaamwoorden in het
Nederlands
Ik Wij
Jij
Hij Jullie
Zi
j
Het Zij ( mv )
U
Slide 7 - Slide
Pak je schrift
- Neem de volgende
dia over in je schrift.
Slide 8 - Slide
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie (enk)
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie ( mv )
u = Sie
Slide 9 - Slide
LOG IN
Slide 10 - Slide
Sleep de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden naar de juiste Duitse vertaling.( wat weten jullie al? )
du
es
S
ie
ihr
sie
er
wir
Ich
sie
ik
jij
hij
zij (EV)
het
wij
jullie
zij (mv)
U
Slide 11 - Drag question
Wat betekent "er"?
Slide 12 - Open question
Wat betekent "sie"?
Slide 13 - Open question
Wat betekent "es"?
Slide 14 - Open question
Wat betekent "wir"?
Slide 15 - Open question
Wat betekent "ich"?
Slide 16 - Open question
Wat betekent "ihr"?
Slide 17 - Open question
Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.
A
er
B
sie
C
es
Slide 18 - Quiz
Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es
Slide 19 - Quiz
Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.
A
er
B
sie
C
es
Slide 20 - Quiz
Blooket
Log in:
Slide 21 - Slide
Wir haben Pause
- 5 minuten kletsen.
- Je blijft in het lokaal
- Je mag even van jouw plaats af
- Na 5 minuten iedereen weer netjes op zijn plek
.
timer
5:00
Slide 22 - Slide
Hausaufgaben für 18 November
An die Arbeit:
1. Maken: nr 13 (blz 23)
2. Leren: aantekening persoonlijk voornaamwoord.
- Hoe ging de les vandaag? Wat ging goed?
- Wie krijgt een sticker??
Slide 23 - Slide