H6.3 Winst of verlies?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

H6.3 Winst of verlies?

Wat ga je leren?

• Hoe je de brutowinst en nettowinst uitrekent
• Wat het verschil is tussen verkoopprijs en consumentenprijs
• Welke btw-tarieven er zoal zijn

Afzet = aantal

Omzet = waarde

(afzet x verkoopprijs)

Brutowinst berekenen

Omzet                                       (Afzet x verkoopprijs) 

Inkoopwaarde -                   (Afzet x inkoopprijs)

Brutowinst                             (Omzet - inkoopwaarde)

Nettowinst/verlies berekenen

Omzet

Inkoopwaarde -

Brutowinst

Bedrijfskosten -             (Loonkosten, hypotheek, verzekering etc.)

Nettoresultaat                (Kan winst of verlies zijn)

Brutowinstmarge

= De brutowinst is uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge

BTW = omzetbelasting

BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde

• Indirecte belasting 
• 9% BTW - basisbehoeften
• 21% BTW - overige behoeften

Verkoopprijs + btw = consumentenprijs

BTW

Ontvangen BTW -> afdragen aan belastingdienst

De betaalde btw over inkomen en bedrijfskosten hiervan afhalen.

= indirecte belasting (consument -> bedrijf -> overheid)

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde

1. Juist
2. Onjuist

Een ander woord voor btw is:

1. Consumentenprijs
2. Afzetbelasting
3. Omzetbelasting
4. Brutobelasting

Omzet = winst

1. Juist
2. Onjuist

Omzet = het totaalbedrag dat het bedrijf ontvangt door verkoop van producten

Hoe bereken je het nettoresultaat?

1. Omzet - inkoopwaarde - brutowinst
2. Omzet - brutowinst - bedrijfskosten
3. Omzet - bedrijfskosten
4. Omzet- inkoopwaarde - bedrijfskosten

Hoe noemen we de brutowinst die vaak uitgedrukt wordt als percentage van de inkoopprijs?

1. Brutowinstmarge
2. Brutomarge
3. Nettowinstmarge
4. Nettomarge

H6.2 Wat is een voorbeeld van een concrete markt?

1. De huizenmarkt
2. De supermarkt
3. Oliemarkt

H6.1 Welke productiefactor hoort er niet tussen?

1. Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal
4. Banken

= ondernemersschap

H6.1 Welke beloning hoort bij de productiefactor ondernemerschap?

1. Loon
2. Pacht
3. Rente
4. Winst

H6.1 Bij arbeidsintensief wordt menselijke arbeid ingezet en bij kapitaalintensief machines.

1. Onjuist
2. Juist