Yuverta

Feiten en meningen

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Feit of mening  
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dinsdag 28 mei

Tekstverbanden en sigaalwoorden
Feit of mening  

Slide 1 - Slide

Hoe controleer jij of iets echt is of nep?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Feit of mening
Een feit is iets wat waar is 
Een feit kun je controleren.
  

Een mening is wat iemand vindt van iets. Met een mening kun je het eens zijn of oneens.
Een mening kun je onderbouwen met argumenten.

Slide 4 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Wat is het feit?

Wat is de mening?

Slide 5 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''


Slide 6 - Slide

Feit of mening
''Ik heb een hond en ik vind dat ze de liefste hond is van de hele wereld.''

Feit: ''Ik heb een hond.''

Mening: ''Dat vind ik de liefste hond van de hele wereld.''

Slide 7 - Slide

Welke zin (nen) is/zijn een mening(en)?
A
Vandaag is de tweede schooldag.
B
Het Nova College heeft meerdere vestigingen.
C
De docenten zijn aardig.
D
Ik heb tot 14.00 uur.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is een feit?
A
Ik houd van ijs.
B
Ijsjes zijn koud.

Slide 9 - Quiz

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?:
Nederland ligt in Europa.
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

Feit of mening?: Amstelveen is saai.
A
Feit
B
Mening.

Slide 12 - Quiz

Feit of mening?
'Yes, weer naar school'
A
Feit
B
Mening

Slide 13 - Quiz

Feit of mening:
De bladeren zijn nat.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

Aan de slag... 
Maken: 

2.3 Lezen
Opdracht 1, 2, 3, 4, 5
Succes!

Slide 15 - Slide