Yuverta

H11 Energie

H11 Energie
Startopdracht; Maken bladzijde 132 en 133
1 / 59
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

This lesson contains 59 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

H11 Energie
Startopdracht; Maken bladzijde 132 en 133

Slide 1 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen
11.1.1 Je kunt de drie belangrijkste toepassingen van fossiele brandstoffen beschrijven.
11.1.2 Je kunt uitleggen hoe een ‘gewone’ energiecentrale elektrische energie produceert.
11.1.3 Je kunt berekeningen uitvoeren met (elektrische) energie, vermogen en tijd.
11.1.4 Je kunt uitleggen hoe een kerncentrale kernenergie omzet in elektrische energie.
11.1.5 Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met de afvalwarmte van een energiecentrale.
11.1.6 Je kunt uitleggen wat thermische verontreiniging is en hoe je die kunt voorkomen.
11.1.7 Je kunt milieuproblemen beschrijven die horen bij het gebruik van fossiele brandstoffen.

Slide 2 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen

Slide 3 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen
Dit is ondertussen geschiedenis

Slide 4 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen

Slide 5 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen
t

Slide 6 - Slide

11.1 Fossiele brandstoffen

Slide 7 - Slide

Energiecentrales

Slide 8 - Slide

Energie stroomdiagram
Energie stroomdiagrammen geven het rendement aan.
Binas tabel 18.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoeveel energie levert zo'n centrale?
Energie = vermogen x tijd
E = P x t

Slide 11 - Slide

Gevolgen fossiele brandstoffen
  • Thermische verontreiniging (afvalwarmte)
  • Versterkt broeikaseffect (CO2)
  • Zure regen (SO2 / NOx)
  • Smog (SO2 / NOx)

Op dit moment zitten we in een energietransitie
(overstappen van energiebron)

Slide 12 - Slide

Kernenergie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Huiswerk
Hoofdstuk 11
Paragraaf 1
Opdracht 1 t/m 15 (vanaf blz 134)

Slide 15 - Slide

11.2 Zonne-energie
Startopdracht: Lezen 11.2 (start alvast met maken)


Slide 16 - Slide

Leerdoelen 11.2
  • Je kunt beschrijven hoe planten gebruikmaken van de stralingsenergie in zonlicht.
  • Je kunt benoemen welke energie-omzetting plaatsvindt in een zonnepaneel.
  • Je kunt uitleggen waardoor een zonnepaneel niet steeds hetzelfde vermogen afgeeft.
  • Je kunt uitleggen dat mensen met zonnepanelen energie én geld kunnen besparen.
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het rendement van een zonnepaneel.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met rendement en energie, en met rendement en vermogen.

Slide 17 - Slide

Energie uit zonlicht
Zonlicht bevat stralingsenergie

Planten gebruiken zonlicht om zichzelf op te bouwen: fotosynthese

Slide 18 - Slide

Zonnecollector
Stralingsenergie -> warmte (thermische energie)

Slide 19 - Slide

Zonnepaneel
Een zonnepaneel bestaat uit vele zonnecellen

stralingsenergie -> elektrische energie

Slide 20 - Slide

Rendement = percentage energie dat nuttig gebruikt wordt

Slide 21 - Slide

een gloeilamp zet elke seconde 50 J energie om. Hiervan ze thij 39 J om in warmte en de rest in licht. Bereken het rendement van deze gloeilamp.
  • Gegevens:  Eop = 50 J, Enut = 11 J
  • Gevraagd: Rendement in %
  • Berekening:  Rendement = Enut : Eop *100% =
  •                            Rendement = 11 : 50 * 100% = 22%

  • Antwoord: Het rendement van de gloeilamp is 22%

Slide 22 - Slide

Aan de slag
Wat? 1 t/m 13, Niet 9 en 12
Waar? Bladzijde 147 t/m 154

Klaar? Leren of huiswerk maken voor een ander vak of Test JEZELF!

GEEN SPELLETJES!!!!

Slide 23 - Slide

11.3 Wind Energie
Startopdracht: Doorlezen bladzijde 155 t/m 160


Slide 24 - Slide

Bewegingsenergie
Bewegende lucht (wind) of bewegend water wordt gebruikt om andere vormen van energie op te wekken.

Alles wat beweegt heeft bewegingsenergie!

Slide 25 - Slide

Ek=21.m.v2
Kinetische energie
(=bewegingsenergie)

massa

snelheid
Joule
Ek
J
m
kilogram
kg
v
meter per seconde
m/s

Slide 26 - Slide

Voorbeeld
Bereken de kinetische energie van een op afstand bestuurbare auto met een massa van 1,5 kg en een snelheid van 3,0 m/s.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Windenergie
Bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in elektrische energie
Voordelen     
  • geen CO2 uitstoot
  •  wind is gratis 
Nadelen 
  •  lelijk in het landschap
  •  vogels die er tegenaan vliegen gaan dood
  •  duur in aanschaf
  •  onderhoud op zee is lastig
  •  er is niet altijd genoeg wind

Slide 29 - Slide

Energie omzetting in windmolen
Bewegingsenergie van de wind
Bewegingsenergie van de rotor
Bewegingsenergie in de generator
Elektrische energie uit de generator

Slide 30 - Slide

PIEKVERMOGEN windturbine
Piekvermogen:
  • Het grootste elektrisch vermogen dat de windturbine kan leveren, bij ideale omstandigheden
  • Hoe harder het waait hoe meer vermogen (tot een maximum => zodat windturbine niet 'op hol slaat'
Piekvermogen grote windturbine ca 5 MW           (5 miljoen watt, dus 5 miljoen J per seconde)

* wat is het elektrisch vermogen bij 10 m/s?

Slide 31 - Slide

Inductie
  • De generator wekt stroom op door Inductie
  • Spoel & magneet
  • Magneet beweegt --> spanning verandert -->
  • Wisselspanning, ook wel inductiespanning

Slide 32 - Slide

Dynamo 
  • Magneet & spoel
  • Fietswiel draait --> magnetisch veld veranderd in de spoel --> stroom opgewekt --> lamp gaat branden
  • Zelfde in een generator!

Slide 33 - Slide

Dynamo 
  • 1 omwenteling van de dynamo 
  • Magneetveld richting verandert 2x
  • = dus 1 periode van de spanning-tijd grafiek

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Wat? opdracht 1 t/m 12 
Waar? Bladzijde 161 t/m 166

Slide 35 - Slide

11.4 Waterkracht
Lezen: Paragraaf 11.4

Wat gaan we behandelen:
  • Zwaarte-Energie 
  • Waterkrachtcentrale
  • Energie vormen vergelijken

Slide 36 - Slide

Elektriciteit uit een stuwmeer
Als het stuwmeer diep genoeg is, kan er gebruik worden gemaakt van een waterkrachtcentrale. Het water wat constant doorstroomt, wekt de elektriciteit op.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Zwaarte energie

Ez = m · g · h

  • Ez = zwaarte energie in Joule (J)
  • m = massa in kilogram (kg)
  • geeft aan hoe hard er aan elke kg wordt getrokken
  • op aarde is dit afgerond 10 N/kg (in NL 9,81 N/kg)
  • h = hoogte in meter (m)

Slide 40 - Slide

Oefen vraag

Een schooltas met een massa van 3,5 kg wordt anderhalve meter opgetild. Bereken hoeveel zwaarte energie deze schooltas heeft gekregen.



Slide 41 - Slide

Oplossing
  1. Gegeven: m= 3,5 kg, g=10 N/kg, h=1,5 meter
  2. Gevraagd: zwaarte energie Ez = ?
  3. Formule: Ez=m×g×h
  4. Berekening: Ez=3,5×10×1,5 = 52,5 J
  5. Antwoord:  De tas heeft 52,5 J zwaarte energie gekregen

Slide 42 - Slide

Zwaarte-energie en bewegingsenergie

Slide 43 - Slide

Energiebronnen vergelijken

Slide 44 - Slide

Energiebronnen vergelijken
  • Hoeveel kost de energie die je uit de energiebron haalt?
  • Kan de energiebron op den duur uitgeput raken?
  • Is de energiebron altijd of alleen af en toe beschikbaar? *
  • Wat zijn de gevolgen voor het mileu?

Slide 45 - Slide

Aan de slag
Wat?  1 t/m 12 
Waar? Bladzijde 173 t/m 179

Klaar? Check je antwoorden via de online omgeving
              Maak test jezelf van 11.4!

Slide 46 - Slide

11.5 Energie Besparen
Startopdracht: Maak de opgave op het blaadje
Leerdoelen:
  • Wet van behoud van Energie
  • Energie besparen
  • Rendement vergelijken
  • Energieverbruik berekenen
  • Energie labels toewijzen

Slide 47 - Slide

Wet van behoud van energie
Energie gaat NOOIT verloren
Alle energie wordt omgezet.
Er komt nooit nieuwe energie bij.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Zuinig zijn met energie
  • Energie besparen gaat over waardevolle soorten energie bv chemische en elektrische energie.
  • Voordelen:
  1. Minder betalen.
  2. Beter voor het milieu.
  3. Spaart grondstoffen + kostbare ruimte. *
  • Energie sparen is mogelijk door energiezuinige apparaten te kopen of je manier van leven te veranderen.

Slide 50 - Slide

Het rendement van lampen
Gloeilampen / spaarlampen / ledlampen

Slide 51 - Slide

De gloeilamp
  • Tot 2010 veel gebruikt (goedkoop).

  • Laag rendement (5%) → veel warmte!

  • 2012: verkoop van gloeilampen wordt verboden.

Slide 52 - Slide

De spaarlamp
  • Na 1980 op de markt gekomen.

  • Rendement 4x zo hoog als de gloeilamp.

  • Produceerde veel minder warmte.

Slide 53 - Slide

Ledlampen
  • Na 2010 werd dit de meeste gebruikte en zuinigste lamp.

  • Rendement is 10x zo hoog als de gloeilamp en gaat langer mee.

  • Zijn duurder.

Slide 54 - Slide

Energieverbruik berekenen

Slide 55 - Slide

Energieverbruik berekenen

Slide 56 - Slide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Slide 57 - Slide

Het energielabel

Slide 58 - Slide

Aan de slag
Wat? Opdracht 1 t/m 13
Waar? BLZ 187 t/m 195

Klaar? Kijk je antwoorden na en maak test jezelf!

Slide 59 - Slide