Yuverta

Lesson 2 : Articles, numbers and plurals

The Highland Games 

Previous lesson:  
What have you discovered? 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

The Highland Games 

Previous lesson:  
What have you discovered? 

Slide 1 - Slide

Shopping in Edinburgh
Do exercise 1 online

Then follow the grammar explanation

Slide 2 - Slide

Lesson goals:
By the end of this lesson you know:

Wat de Engelse lidwoorden  zijn en hoe je ze gebruikt.

Wat de Engelse  telwoorden zijn en hoe je deze in het Engels schrijft.

Slide 3 - Slide

Articles
In het Nederlands: lidwoorden.
Wanneer je in het Nederlands de of het  gebruikt , gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een  gebruikt, gebruik je in het Engels a of an

Slide 4 - Slide

Lidwoord a/an

a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:

a pet               a teacher           a bycicle
a car                  a door               a room
 

Slide 5 - Slide

Lidwoord a/an

an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 6 - Slide

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je het hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je het  niet -> dan gebruik je a.
Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je an.


 

Slide 7 - Slide

LET OP                   

De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je het hoort.
 

Soms schrijf je een -h maar hoor je het niet -> dan gebruik je a.
Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of - h -> dan gebruik je an.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
an hour  (je hoort our)
an honor (je hoort onour)
Let op: bij hotel hoor je de h: dus "a hotel"

a university (je hoort juniversity)
a uniform (je hoort juniform)
a European (je hoort jeuropean)


Slide 9 - Slide

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 10 - Quiz

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 11 - Quiz

a of an?
.... artwork
A
a
B
an

Slide 12 - Quiz

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 13 - Quiz

a of an?
.... apple
A
a
B
an

Slide 14 - Quiz

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 15 - Quiz

a of an?
.... hero
A
a
B
an

Slide 16 - Quiz

a of an?
.... hour
A
a
B
an

Slide 17 - Quiz

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 18 - Quiz

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 19 - Quiz

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 20 - Quiz

A of AN?
.... president
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 22 - Drag question

Lesson 2.2 
Page  52
Lees het grammaticablokje

Lees de woorden hardop voor aan je buurmanvrouw !!


Slide 23 - Slide

Homework: 
Exercises 2 till 6 
You will have to do ex. 3 and 4  online. 
timer
15:00

Slide 24 - Slide

Numbers

Slide 25 - Slide

Can you do this? 

Count till one hundred without using the 7

Slide 26 - Slide

Study box page  79

Words and numbers

Slide 27 - Slide

Plural- meervoud 

Slide 28 - Slide

Plural ( meervoud): what do you remember?

Slide 29 - Mind map

Meervoud: algemeen






 


Slide 30 - Slide

Meervoud: s-klank






 


Slide 31 - Slide

Meervoud
NOOIT 
-'S

Slide 32 - Slide

Your turn & Homework
Unit 2, lesson 2: Exercises 7 - 13 or 14
We will do 7 and 8 together
Listening exercises on your own 
Ask for help when you don't understand  !  

Slide 33 - Slide