Leesvaardigheid en Woorden - SE week 1 (toetsweek)
Slide 2 - Slide
Wat moet je weten?
Wanneer: Kijk in je toetsweekboekje, of Magister.
Je kent de verschillende tekstdoelen (informeren, overtuigen, activeren, amuseren). (1.3)
Je kent de verschillende manieren van het lezen van een tekst( leesstrategieën): verkennend- nauwkeurig-, zoeken-, en studerend lezen toepassen; (1.3)
Je kent de tekstkernmerken (inleiding, kern, slot) en weet het onderwerp, titel, deeltitel(tussenkop) en de hoofdgedachte van een tekst te herkennen(1.3)
Je kent (nieuwe) woorden en de betekenissen gebruiken in een zin. (1.5)
Hoofdgedachte: een samenvatting van de tekst in één zin.
Inleiding: de schrijver noemt het onderwerp van de tekst en wil de interesse van de lezer wekken. Dit kan op veel manieren, bijvoorbeeld: – een gebeurtenis beschrijven; – een mening over het onderwerp geven; – een vraag over het onderwerp stellen.
Kern: er wordt meer informatie gegeven of zaken uitgelegd.
Slot: de schrijver rondt de tekst af. Dit kan op veel manieren, bijvoorbeeld: – de belangrijkste informatie uit de tekst kort samenvatten; – een conclusie trekken; – de vraag uit de inleiding beantwoorden.
Slide 5 - Slide
Aan de slag
Zelfstandig maken van de Leestaak
Opdracht 15 t/m 18 blz. 30 t/m 32 Klaar?
Werk aan je gedichtenboekje.
Daarna bespreken.
timer
20:00
Slide 6 - Slide
Huiswerk
Bestudeer het werkblad over Lezen
Neem de theorie van de paragrafen 1.3 en 1.5 door als voorbereiding op de toetsweek.
Oefen de woorden van 1.5 en de woorden met vast voorzetsel