What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
5.3 Zijn wij sociaal? deel 2
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal? deel 2
§ 5.4 Geld genoeg?
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
7 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H5 Hoe werkt de overheid?
§ 5.1 Overheid, burgers en bedrijven.
§ 5.2 De overheid en de economie.
§ 5.3 Zijn wij sociaal? deel 2
§ 5.4 Geld genoeg?
Slide 1 - Slide
Huiswerk: vragen?
In deze les:
- maken en bespreken: opg. 7 en 8 (blz. 149);
- korte herhaling van § 5.3 over het stelsel van
sociale zekerheid.
GOAL!
Slide 2 - Slide
Maken: opgaven 7 + 8 (blz. 149)
Slide 3 - Slide
Opgave 7 (blz. 149)
a
Slide 4 - Slide
Opgave 7 (blz. 149)
a
Hierdoor stimuleert de mensen om op zoek te blijven naar
werk, want werken loont.
b
Slide 5 - Slide
Opgave 7 (blz. 149)
a
Hierdoor stimuleert de mensen om op zoek te blijven naar
werk, want werken loont.
b
sociaal minimum in % van minimumloon =
sociaal minimum ÷ minimumloon × 100% =
deel ÷ geheel × 100%
Slide 6 - Slide
Opgave 7 (blz. 149)
a
Hierdoor stimuleert de mensen om op zoek te blijven naar
werk, want werken loont.
b
sociaal minimum in % van minimumloon =
sociaal minimum ÷ minimumloon × 100% =
€ 1.232,79 ÷ € 1.684,80 × 100% = 73,17... -->
73,2%
c
deel ÷ geheel × 100%
Slide 7 - Slide
Opgave 7 (blz. 149)
a
Hierdoor stimuleert de mensen om op zoek te blijven naar
werk, want werken loont.
b
sociaal minimum in % van minimumloon =
sociaal minimum ÷ minimumloon × 100% =
€ 1.232,79 ÷ € 1.684,80 × 100% = 73,17... -->
73,2%
c
€ 1.232,79 – € 1.059,43 =
€ 173,36
deel ÷ geheel × 100%
Slide 8 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
a 1
Slide 9 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
a 1
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 29 =
€ 97,6 miljard
2
b
Slide 10 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
a 1
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 29 =
€ 97,6 miljard
2
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 26 =
€ 87,5 miljard
b
Slide 11 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
a 1
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 29 =
€ 97,6 miljard
2
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 26 =
€ 87,5 miljard
b
€ 87,5 miljard ÷ 17,5 miljoen =
Slide 12 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
a 1
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 29 =
€ 97,6 miljard
2
€ 336,6 miljard ÷ 100 × 26 =
€ 87,5 miljard
b
€ 87,5 miljard ÷ 17,5 miljoen =
€ 87.500 miljoen ÷ 17,5 miljoen =
€ 87.500
miljoen
÷ 17,5
miljoen
=
€ 5.000
Slide 13 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
c
Bijvoorbeeld:
Slide 14 - Slide
Opgave 8 (blz. 149)
c
Bijvoorbeeld:
- Het aantal ouderen neemt toe (vergrijzing). Ouderen
hebben over het algemeen meer (medische) zorg nodig.
- Er komen steeds weer nieuwe, dure technieken of
medicijnen die de gezondheidszorg steeds duurder maken.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Bijstands-
uitkering
AOW
Wlz
WW
WIA
Slide 17 - Slide
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?
Met laptop!
Slide 18 - Slide
Wat hoort NIET bij het begrip 'verzorgingsstaat'?
A
Sociale zekerheid
B
Economische groei
C
Onderwijs
D
Gezondheidszorg
Slide 19 - Quiz
Welke uitkering ontvang je als je (buiten je schuld om) werkloos wordt?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
Wlz
Slide 20 - Quiz
Sociale voorzieningen worden betaald met ...
A
sociale premies
B
belastinggeld
Slide 21 - Quiz
Juist of onjuist?
Iedere Nederlander ontvangt hetzelfde bedrag aan AOW.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Een bijstandsuitkering is
even hoog als ...
A
het minimumloon
B
de WW
C
het sociaal minimum
Slide 23 - Quiz
De hoogte van de bijstandsuitkering
is ........ van het minimumloon.
A
50%
B
70%
C
100%
D
120%
Slide 24 - Quiz
Juist of onjuist?
De WW is een werknemersverzekering!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Wat is géén werknemersverzekering?
A
WW
B
AOW
C
WIA
Slide 26 - Quiz
Wat is géén sociale voorziening?
A
Bijstandsuitkering
B
AOW
C
Huurtoeslag
Slide 27 - Quiz
Wat gebeurt er met het NETTOloon als de sociale premies en loonbelasting omlaag kunnen?
A
Het nettoloon stijgt
B
Het nettoloon blijft gelijk
C
Het nettoloon daalt
Slide 28 - Quiz
Wat gebeurt er met het BRUTOloon als de sociale premies en loonbelasting omlaag kunnen?
A
Het brutoloon stijgt
B
Het brutoloon blijft gelijk
C
Het brutoloon daalt
Slide 29 - Quiz
Aan het werk
Pincode digitaal:
H5
Rekenen
via Magister Leermiddelen
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Slide 36 - Video
Slide 37 - Video