Yuverta

berekeningen in biologie extra oefenen

Berekeningen in biologie
EXTRA 
OEFNEN
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Berekeningen in biologie
EXTRA 
OEFNEN

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

procent sommen
 DEEL
 GEHEEL
x 100%
Je berekent het altijd op deze manier

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

procent sommen
 DEEL
 GEHEEL
x 100%
Je berekent het altijd op deze manier
wat moet je berekenen
Wat is het totaal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oefenen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat valt op?
Wat is belangrijk??

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk??
Hoeveel gram eiwit
in 250 ml
in halfvolle yoghurt
Rond af op 1 decimaal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Decimalen

  • decimalen = cijfers achter de komma
  • Je hoeft bij biologie alleen rekening te houden met de decimalen                                 ALS DIT IN DE OPGAVE GENOEMD WORDT!



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Regels DECIMALEN
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 9 - Slide

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Afronden op decimalen 
(oefenen)
3,34656

Rond dit getal af, zoals hieronder gegeven wordt. 
(het antwoord staat erachter in het rondje)

Afronden op het hele getal
Afronden op 1 decimaal
Afronden op 2 decimalen
Afronden op 3 decimalen

3
3,3
3,35
3,347

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is belangrijk??
Hoeveel gram eiwit
in 250 ml
in halfvolle yoghurt
Rond af op 1 decimaal
terug naar de opgave

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel gram eiwit
zit in 250 ml
halfvolle yoghurt
Rond af op 1 decimaal
terug naar de opgave
Wat is gevraagd???

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel gram eiwit
zit in 250 ml
halfvolle yoghurt
Rond af op 1 decimaal
terug naar de opgave
Wat is gevraagd???

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Je hebt dus 250 ml halfvolle yoghurt
Je moet uitrekenen 
hoeveel eiwit hierin zit
In de opgave vind je de gegevens

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Je hebt dus 250 ml halfvolle yoghurt
100 ml bevat 3.5 g eiwit
Bereken nu hoeveel 
eiwit er zit in 250 ml.

Het antwoord staat achter
het rondje

8.8 gram
(let op: afgerond op 1 decimaal, op je rekenmachine stond 8.75)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Je berekent eerst hoeveel koolhydraten er in de reep zitten.
Daarna bereken je hoeveel insuline je moet spuiten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten berekenen:
100 gr ontbijtkoek bevat 67.4 gram koolhydraten
1 plak is 70 gram

Bereken nu hoeveel koolhydraten er in zitten
100 gram bevat 67.4 gram koolhydraten
1 gram bevat 67.4 : 100
70 gram bevat 67,4 : 100 x 70= 47,18 gram koolhydraten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Er zitten dus 47,18 gram koolhydraten in 1 plak ontbijtkoek.

Als je 8 gram koolhydraten eet, moet je 1 eenheid spuiten

bereken dit met de verhoudingstabel
(antwoord achter rondje)
100 gram bevat 67.4 gram koolhydraten
1 gram bevat 67.4 : 100
70 gram bevat 67,4 : 100 x 70= 47,18 gram koolhydraten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

6 eenheden
Het antwoord is dus:

Belangrijk:
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van de hoeveelheid koolhydraten in 1 reep
Je krijgt 1 punt voor het berekenen van de hoeveelheid insuline 
Ook als je het eerste deel fout doet!!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

procent opgave over varkens 
examen vmbo-tl 2022-1

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Op een biologische boerderij houdt een boerin varkens in groepen. Een
groep varkens bestaat meestal uit twee tot vijf moederdieren en hun
nakomelingen. In zo’n groep heerst een rangorde.
Varkens gebruiken lichaamstaal om te communiceren. Als een varken
bang is, legt het zijn oren in de nek. Als een varken met een lage rang
een varken tegenkomt dat hoger in rang is, draait het varken met de
lagere rang zijn kop weg en laat het zijn staart hangen. Dit gedrag wordt
wijken genoemd.

Bart observeert op de boerderij het gedrag van moederdier Betty. Betty
vormt samen met vier andere moederdieren één groep. Hij beschrijft het gedrag van Betty in de volgende tabel: 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Gedurende 30 minuten houdt Bart bij wat Betty doet. Van de resultaten
maakt hij onderstaand staafdiagram.
vraag: Hoeveel procent van de tijd besteedt Betty aan sociaal gedrag?
Leg je antwoord uit met een berekening.
Tip 1:kijk goed: welke gedragingen vallen onder sociaal gedrag
Tip 2: Lees deze af en tel deze bij elkaar op!
Dat is het "deel"
Tip 3: tel alle gedragingen bij elkaar op. Dat is "geheel"
vul het berekende antwoord in op de volgende pagina
2 punts vraag

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel procent van de tijd besteedt Betty aan sociaal gedrag?
Leg je antwoord uit met een berekening.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Opgave sprinkhanen eten
eindexamen vmbo-tl 2022-3

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lars is 14 maanden oud en heeft koemelk-allergie. Om Lars voldoende
eiwitten te laten eten, geeft zijn moeder hem gekookte insecten te eten.
In de tabel staan de voedingswaarden van verschillende insecten en van
koemelk, per 100 gram of per 100 mL.
Het vraagteken staat voor een groep energierijke voedingsstoffen.
Hoeveel gram sprinkhanen moet zijn moeder hem geven, zodat Lars
evenveel eiwitten binnen krijgt als met een glas volle melk van 200 mL?
Leg je antwoord uit met een berekening. Rond af op een heel getal. 
2 punts vraag

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel gram sprinkhanen moet zijn moeder hem geven, zodat Lars
evenveel eiwitten binnen krijgt als met een glas volle melk van 200 mL?
Leg je antwoord uit met een berekening. Rond af op een heel getal.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions