Yuverta

Week 3, les 1

Week 3, les 1
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Week 3, les 1

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Leerdoelen van vandaag
  2. Uitleg nucleïnezuren
  3. Condensatie bij alle biomoleculen
  4. Tijd over: test jezelf SBIS

Slide 2 - Slide

Leerdoelen van vandaag
Vandaag voor nucleïnezuren:
  • Je kunt de biologische eigenschappen en functies benoemen, en voorbeelden geven (AL).
  • Je kunt de chemische structuur herkennen (AL) en beschrijven (An).

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk uit boek
Nucleïnezuren: H5.6, p. 102 tm 104

Slide 4 - Slide

Waar zijn nucleïnezuren de bouwstenen van?
A
Glucose
B
DNA
C
Polypeptide
D
Nucleotiden

Slide 5 - Quiz

Nucleïnezuren
Zitten vooral in celkern (nucleus)
Bevatten genetische informatie

Twee soorten, zijn beide polymeren van nucleotiden:
  • Ribonucleïnezuur (RNA)
  • Desoxyribonucleïnezuur (DNA)
In het engels: deoxyribonucleic acid

Slide 6 - Slide

Nucleotiden
Zijn opgebouwd uit:
  • Stikstofbase (A, T, G, C of U)
  • Monosacharide (ribose of desoxyribose)
  • Fosfaatgroep

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste combinatie van nucleotiden?
A
A en G C en T
B
A en U G en C
C
A en T C en G
D
A en C T en G

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

DNA
Komen de vier stikstofbasen voor:
  • Adenine (A) tegenover Thymine (T)
  • Guanine (G) tegenover Cytosine (C)
Die nucleotiden zitten aan elkaar vast met waterstofbruggen
Daardoor vormen ze baseparen, want ze komen in een paar
  • De grootte van DNA wordt vaak in baseparen (bp) uitgedrukt, dus het aantal treden van de ''ladder'' 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De twee ketens van het DNA zijn als een soort spiegelbeeld van elkaar, want A staat altijd tegenover T en G altijd tegenover C. Hoe heet het dat ze ''gespiegeld'' zijn?
A
Complementair
B
Weerkaatsing
C
Reflectie
D
Tegengesteld

Slide 13 - Quiz

De volgorde van het DNA bepaalt het gen
De volgorde is voor elk gen uniek
  • Bijvoorbeeld AGGTCTGAGGG bevat andere informatie voor de cel dan TGCCCGAAATTGCGC
Genen kunnen tot duizenden nucleotiden lang zijn, dus aantal mogelijke basensequenties zijn oneindig
Dus: DNA bevat alle genetische informatie voor een levende cel (op 1 gram DNA past 1 miljard terabyte aan informatie)

Slide 14 - Slide

RNA
Ook een polymeer van nucleotiden
Lijkt heel veel op DNA
Verschillen:
  • I.p.v. Desoxyribose een Ribose
  • I.p.v. Thymine een Uracil 
  • Is enkelstrengs i.p.v. dubbelstrengs
Is de kopie van DNA

Slide 15 - Slide

Wanneer is het nodig om DNA te kopiëren naar RNA?

Slide 16 - Open question

Condensatie

Slide 17 - Slide