What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
6.4 Past Simple
Past Simple
Aan het einde van de les kun je:
de Past Simple herkennen
de Past Simple gebruiken
de Past Simple toepassen
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-4
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Past Simple
Aan het einde van de les kun je:
de Past Simple herkennen
de Past Simple gebruiken
de Past Simple toepassen
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over de Past Simple?
Ik weet alles al
Ik weet er een beetje van af
Het komt me wel bekend voor...
Ik weet hier nog niets over
Slide 2 - Poll
Past Simple
Gebruik je:
als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was
Herkenningswoorden:
vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden
yesterday, ...ago, last ..., in ...,
Slide 3 - Slide
Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
ww + ed
+
ww eindigend op -e + d
vb:
I walk
ed
, he play
ed
, they use
d
, we smile
d
Slide 4 - Slide
Past Simple: To Be
+
I was
You were
He was
-
I was not
We were not
She was not
?
Was I
Were they
Was it?
Slide 5 - Slide
Past Simple:
Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.
Slide 6 - Quiz
Past Simple:
Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)
Slide 7 - Quiz
De Past Simple gebruik je...
A
bij iets in de toekomst
B
bij iets in het heden
C
bij iets uit het verleden
D
bij iets in het verleden en heden
Slide 8 - Quiz
Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.
Slide 9 - Quiz
Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.
Slide 10 - Quiz
Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly
Slide 11 - Quiz
Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?
Slide 12 - Quiz
Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.
Slide 13 - Quiz
PAST SIMPLE:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.
Slide 14 - Quiz
Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She studied a lot last night.
B
She was studying a lot last night.
C
She has studied a lot last night.
D
She is studying a lot last night.
Slide 15 - Quiz
My dad ... (to cook) yesterday.
Slide 16 - Open question
I ... (like) chocolate when I was young.
Slide 17 - Open question
The girl ... (ask) a question in class yesterday.
Slide 18 - Open question
We ... (climb) a mountain last summer.
Slide 19 - Open question
Maak een positieve zin waarin je de Past Simple gebruikt
Slide 20 - Open question
Past Simple
Slide 21 - Mind map
Voor mij is de Past Simple nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.
Slide 22 - Poll