Yuverta

les 2

Basis : Thema 3 basisstof 2 en 3.
Kader/GL: Thema 3 basisstof 2.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Basis : Thema 3 basisstof 2 en 3.
Kader/GL: Thema 3 basisstof 2.

Slide 1 - Slide

basis leerdoelen

2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun functies.
3 Je kunt bloedvaten in het bloedvatenstelsel benoemen.
4 Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.
kader/GL leerdoelen

2 Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3 Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
4 Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 2 - Slide

bloedvaten
in ons lichaam zitten 3 soorten bloedvaten:

-slagaders
-aders
-haarvaten

Slide 3 - Slide

slagaders
slagaders bewegen het bloed van het hart af.

ze hebben een dikke spierwand zodat ze de klappen van het hart kunnen opvangen.


Slide 4 - Slide

aders
aders bewegen naar het hart toe.

de aders hebben een dunnere wand. in de aders zitten kleppen om te voorkomen dat het bloed terug kan.

Slide 5 - Slide

haarvaten
Haarvaten zitten tussen de slagaders en aders in.

Hier vindt stofwisseling plaats. 

Haarvaten hebben een enorm dunne wand van 1 cel laag dik!

de rode bloedcellen passen er net door. 
1 voor 1.

Slide 6 - Slide

Haarvat
Slagader
Ader

Slide 7 - Drag question

bloedvatenstelsel
het bloefvatenstelsel bestaat uit het hart en alle bloedvaten.

de weg die het bloed aflegt noemen we de bloedsomloop

het bloed blijft in het lichaam dus we hebben een gesloten bloedsomloop

Slide 8 - Slide

dubbele bloedsomloop
als we de bloedsomloop bekijken in ons lichaam en 1 bloedcel volgen komt deze 2 keer door het hart.

We spreken van een dubbele bloedsomloop.

Slide 9 - Slide

namen bloedvatenstelsel
Slagaders lopen van het hart af naar het orgaan toe. Vaak is terug te zien in de naam naar welk gebied of orgaan hij gaat.

Aders lopen van het orgaan af naar het hart toe. Vaak is terug te zien in de naam van welk gebied of orgaan hij komt. 

Slide 10 - Slide

namen bloedvatenstelsel
uitzonderingen
Kransslagader : Is het bloedvat die de hartspier voorziet van zuurstof. dus beweegt van het hart af naar de hartspier toe.

kransader: is het bloedvat die afvalstoffen en koolstofdioxide vervoert van de hartspier af naar het hart toe.

Slide 11 - Slide

namen bloedvatenstelsel
uitzonderingen
Poortader: is het enige bloedvat dat niet naar het hart toe gaat of vanaf komt. 

Hij komt van de darmen af en gaat naar de lever toe. Hij heeft voedingsstoffen opgenomen vanuit de darmen en laat dit "checken" door de lever. Is zuurstofarm.

Slide 12 - Slide

kleine bloedsomloop
de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen.
 vanaf de longen gaat het bloed weer naar het hart en komt in de linkerhelft terecht

doel: zuurstof ophalen bij de longen en koolstofdioxide afgeven

kleine bloedsomloop: rechterhelft hart-longen-linkerhelft hart

Slide 13 - Slide

grote bloedsomloop
de linkerhelft van het hart pompt het bloed naar het hele lichaam. vanuit het lichaam komt het bloed weer in de rechterhelft van het hart.

doel: zuurstof afgeven aan de cellen van het lichaam en koolstofdioxide opnemen.

grote bloedsomloop: linkerhelft hart-cellen in het lichaam-rechterhelft hart

Slide 14 - Slide

Basis

opdrachten maken thema 3 basisstof 2 en 3




kader/gl

opdrachten maken thema 3 basisstof 2




Slide 15 - Slide