What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Hoofdstuk 10.3 Hefbomen B4 les 3
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
10 Krachten
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine
Tassen
op de grond
Telefoons
in de zakkie
Welkom Basis 4!
Ga zitten en start met:
Ga verder met de examensite opdrachten.
Jas
over je stoel
Slide 2 - Slide
We gaan starten!
Wachttijd:
stopwatch
00:00
Slide 3 - Slide
H10 Werktuigen CE
Introductie
§10.1 Krachten
§ 10.2 Krachten meten
§ 10.3 Hefbomen
§ 10.4 Katrollen en takels
§ 10.5 Druk
Slide 4 - Slide
Lesprogramma
Huiswerk controle
Terugblik
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
Afsluiting
Hu
iswerk
Nabespreking
Slide 5 - Slide
Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite
Slide 6 - Slide
Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?
Slide 7 - Mind map
Terugblik
Je kunt apparaten benoemen waarmee je krachten kunt meten.
Je kunt een krachtmeter aflezen.
Je kunt berekeningen maken met massa en zwaartekracht.
Slide 8 - Slide
De bank heeft een massa van 80 kg.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
800 Newton
B
80 Newton
C
8 Newton
D
8000 Newton
Slide 9 - Quiz
hoe reken je massa om naar gewicht?
A
massa = gewicht x 10
B
massa = gewicht : 10
Slide 10 - Quiz
Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Watt
B
Ampere
C
Newton
D
Volt
Slide 11 - Quiz
Op een voorwerp van 1 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,1 N
B
1 N
C
10 N
D
100 N
Slide 12 - Quiz
In de ruimte worden voorwerpen niet aangetrokken door een planeet, wat zou de zwaartekracht op een pak suiker daar zijn?
A
Kleiner dan op aarde
B
0 Newton
C
Groter dan op aarde
D
Even groot als op aarde
Slide 13 - Quiz
Aan een veerunster hangt een blokje. Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de veerunster met aanwijzing.
Hoe groot is de kracht?
A
1,05 N
B
1,15 N
C
1,25 N
D
1,5 N
Slide 14 - Quiz
Welke veerunster bevat de sterkste veer.
A
linker
B
middelste
C
rechter
Slide 15 - Quiz
Als je de kracht op een spiraalveer verdubbelt:
A
wordt de lengte van de veer 2 x zo groot
B
wordt de lengte van de veer 4 x zo groot
C
wordt de uitrekking van de veer 2 x zo groot
D
wordt de uitrekking 4 x zo groot
Slide 16 - Quiz
Je kunt de zwaartekracht uitrekenen als je de massa van een voorwerp weet.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Leerdoelen 10.3 Hefbomen
Je kunt voorbeelden noemen van hefbomen.
Je kunt van een hefboom het draaipunt, de werkarm en de lastarm benoemen.
Je kunt uitleggen hoe een hefboom de kracht vergroot.
Je kunt de krachtvergroting berekenen van een hefboom.
Je kunt soorten hefbomen van elkaar onderscheiden.
Slide 18 - Slide
Hefboom
Een hefboom is een hulpmiddel om een kracht te vergroten.
Er zijn verschillende soorten hefbomen.
Slide 19 - Slide
Kracht vergroten
Een hefboom heeft een lange arm en een korte arm.
Om je kracht te vergroten gebruik je een werktuig.
De plank is hier een
hefboom
.
De hefboom heeft een
lange arm
, een
korte arm
en een
draaipunt
.
Op de
lange arm
oefent Rodney een
kracht
uit.
Deze kracht noem je de
werkkracht.
Slide 20 - Slide
Kracht vergroten
Een hefboom heeft een lange arm en een korte arm.
Het punt waar de
werkkracht
aangrijpt noem je het
werkpunt.
Met de
korte arm
breng je de kracht over op de last.
Het punt waar de last aangrijpt noem je het
lastpunt.
Op de lange arm in afb. werkt de kleinste kracht.
Op de korte arm werkt de grootste kracht.
Slide 21 - Slide
Kracht vergroten
Een hefboom heeft een lange arm en een korte arm
.
De lange arm is de afstand tussen het werkpunt en het draaipunt.
Deze afstand noem je de
werkarm
.
De korte arm is de afstand tussen het lastpunt en het draaipunt.
Deze afstand noem je de
lastarm
.
Slide 22 - Slide
Krachtvergroting berekenen
Een band uit een velg lichten.
Hij gebruikt een bandenlichter als hefboom.
Door de bandenlichter kan hij meer kracht uitoefenen op de band (afb 5).
De bandenlichter draait op de velg.
Dat is het draaipunt (P).
De fietsenmaker duwt op het krachtpunt.
Bij hefbomen zorg je ervoor dat de werkarm groot is en de lastarm klein.
Slide 23 - Slide
Krachtvergroting berekenen
Een band uit een velg lichten.
De krachtvergroting bereken je met
de formule:
krachtvergroting = werkarm : lastarm
Weet je hoe groot de werkkracht is, dan kun je uitrekenen hoe groot de last is met de
formule:
last = werkkracht × krachtvergroting
Slide 24 - Slide
Voorbeeldopdracht 1
Met de bandenlichter in afbeelding 5 vergroot je je spierkracht.
Bereken hoeveel keer de werkkracht wordt vergroot.
gegevens:
werkarm = 8 cm
lastarm = 1 cm
gevraagd:
krachtvergroting = ?
Uitwerking
krachtvergroting = werkarm : lastarm
krachtvergroting = 8 : 1 = 8
De werkkracht wordt dus 8× vergroot.
Slide 25 - Slide
Voorbeeldopdracht 2
Een fietsenmaker duwt met een kracht van 110 N tegen de bandenlichter in afbeelding 5. Bereken hoe groot de last is.
gegevens:
werkkracht = 110 N
krachtvergroting = 8
gevraagd:
last = ?
Uitwerking
last = werkkracht × krachtvergroting
last = 110 × 8 = 880 N
De last is dus 880 N.
Slide 26 - Slide
Dubbele hefbomen
Een bandenlichter, koevoet en een steeksleutel zijn voorbeelden van een enkele hefboom.
Tangen en scharen bestaan uit
twee
hefbomen
die om hetzelfde draaipunt
draaien.
Dubbele hefboom:
de ene hefboom is oranje, de andere is blauw.
De beide hefbomen draaien
rond de rode stip: het draaipunt
.
Slide 27 - Slide
Hefbomen met het draaipunt aan het uiteinde
Bij veel hefbomen ligt het draaipunt tussen de werkkracht en de last.
Maar er zijn ook hefbomen waarbij het draaipunt aan het uiteinde zit.
Dat zie je bij de notenkraker in afb 8.
De last ligt hier tussen de werkkracht en het draaipunt (P).
krachtvergroting = werkarm : lastarm
Slide 28 - Slide
Voorbeeldopdracht 3
Met de notenkraker in afb 8 vergroot je je spierkracht.
Bereken hoeveel keer de werkkracht vergroot wordt.
gegevens
werkarm = 15 cm
lastarm = 6 cm
gevraagd
krachtvergroting = ?
Uitwerking:
krachtvergroting = werkarm : lastarm
krachtvergroting = 15 : 6 = 2,5
De werkkracht wordt dus 2,5× vergroot.
Slide 29 - Slide
Samenvatting:
Elke hefboom heeft een draaipunt, een werkarm en een lastarm.
Met een hefboom kun je de kracht vergroten.
Op de werkarm (de lange arm) werkt een kleine kracht.
Op de lastarm (de korte arm) werkt een grote kracht.
Je kunt de krachtvergroting van een hefboom berekenen met de formule:
krachtvergroting = werkarm : lastarm
Slide 30 - Slide
Samenvatting:
De last kun je berekenen met de formule:
last = werkkracht × krachtvergroting
Er zijn verschillende soorten hefbomen:
• enkele hefbomen;
• dubbele hefbomen;
• hefbomen met het draaipunt aan het uiteinde.
Slide 31 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 10.3
8 t/m 15
Je mag samenwerken!
Slide 32 - Slide
Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?
Slide 33 - Mind map
Waar wil je nog extra uitleg over?
Slide 34 - Mind map
Afsluiting:
we weten.................
Je kunt voorbeelden noemen van hefbomen.
Je kunt van een hefboom het draaipunt, de werkarm en de lastarm benoemen.
Je kunt uitleggen hoe een hefboom de kracht vergroot.
Je kunt de krachtvergroting berekenen van een hefboom.
Je kunt soorten hefbomen van elkaar onderscheiden.
Slide 35 - Slide
Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Poll
Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 37 - Poll
De les was leuk?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 38 - Poll
Afsluiting
Volgende les:
Huiswerk:
Zet in je planner!!
Maak opdrachten op de examensite
Dank voor jullie aandacht!
Slide 39 - Slide