Yuverta

2B, U3L4

What are we going to do today? 
- Previous lesson
- Homework check 
- Goals of today
- Grammar 
 (This is a lot! It's possible we need two lessons for this..)
- Homework
- Evaluation
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

What are we going to do today? 
- Previous lesson
- Homework check 
- Goals of today
- Grammar 
 (This is a lot! It's possible we need two lessons for this..)
- Homework
- Evaluation

Slide 1 - Slide

What do you remember from the previous lesson?

Slide 2 - Mind map

Homework check
You needed to do ex. 23 till 32 (-29) 
for this lesson. Now, we are going to check the answers together. 

Slide 3 - Slide

Goals of today
We kunnen een Engels formulier invullen.
We weten wanneer we de past simple moeten gebruiken.
We weten hoe de past simple werkt bij regelmatige werkwoorden.
We weten hoe de past simple werkt bij onregelmatige werkwoorden.

Slide 4 - Slide

Grammar

Past simple (reminder from last year)

We gebruiken de past simple om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is.  
We moeten dan –(e)d achter het hele werkwoord zetten.



Slide 5 - Slide

Grammar
De vorm van het werkwoord is bij alle personen, dieren en dingen hetzelfde, we hoeven dus geen rekening te houden met de SHIT-regel.

For example:
work – worked
talk – talked
live – lived
walk – walked
love - loved
laugh - laughed

Als je alleen ed hoeft toe te voegen, noemen we dit werkwoord een regelmatig werkwoord. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Grammar
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden. Hier zijn geen trucjes voor, dit moet je uit je hoofd leren…
For example:
go-went-gone 
buy-bought-bought
see-saw-seen

Voor de past simple hebben we dan het tweede woord uit het rijtje nodig. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Grammar
Present perfect
Je gebruikt de present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en dat het nu nog zo is. Je zet dan altijd have/has voor het werkwoord.

Example:
I have taken a lot of photos (Ik heb veel foto’s genomen).
I have waited for weeks (Ik heb weken gewacht).

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Slide

Grammar
Bij een regelmatig werkwoord zet je ook nog eens –ed achter het werkwoord. Je zet het werkwoord hiermee in de voltooid deelwoord-vorm.

  

For example:
She has waited for weeks (Zij heeft weken gewacht).


Bij een regelmatig werkwoord in de present perfect gebruik je dus: 
have/has + werkwoord met ed erachter. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Grammar

Bij onregelmatige werkwoorden gebruik je het derde woord uit het rijtje wat je geleerd hebt (dat is het voltooid deelwoord). 
  

For example:
She has seen this before. (Zij heeft dit eerder gezien).  



Bij een onregelmatig werkwoord in de present perfect gebruik je dus: 
have/has + het derde werkwoord uit het rijtje. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Gebruik de past simple. Wat is juist?
Chris ....... hard on his presentation yesterday.
A
has been working
B
worked
C
is working
D
has worked

Slide 17 - Quiz

Gebruik de past simple. Wat is juist?
Miss Bogaarts ... too much McDonalds last year.
A
ate
B
eated
C
is eating
D
has eaten

Slide 18 - Quiz

Gebruik de present perfect. Wat is juist?
I ......... the name of the pub.
A
remembered
B
have remembered
C
am remembering
D
remember

Slide 19 - Quiz

Gebruik de present perfect. Wat is juist?
We ....... some very old books..
A
finded
B
have finded
C
found
D
have found

Slide 20 - Quiz

Homework
You have to finish exercise 33 till 44 (-40) before the next lesson.

Slide 21 - Slide

Evaluation
We kunnen een Engels formulier invullen.
We weten wanneer we de past simple moeten gebruiken.
We weten hoe de past simple werkt bij regelmatige werkwoorden.
We weten hoe de past simple werkt bij onregelmatige werkwoorden. 

Slide 22 - Slide