Yuverta

1. Wk.3.2 aanwijzende voornaamwoorden.

  Nederlands: ontleden          
     Aanwijzende                                          
  voornaamwoorden              
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  Nederlands: ontleden          
     Aanwijzende                                          
  voornaamwoorden              

Slide 1 - Slide

Aanwijzende voornaamwoorden.


Aanwijzende voornaamwoorden zijn een woordsoort
Woordsoorten komen voor bij ontleden.

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik weet wat aanwijzende voornaamwoorden zijn.
Je kunt ze in een zin 
aanwijzen / noemen.

Slide 3 - Slide

Kenmerken
Aanwijzend voornaamwoord is een woordsoort zoals b.v:
lidwoorden, werkwoorden, voorzetsels.

Het hoort bij ontleden of grammatica.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Instructiefilm
We gaan kijken naar een instructiefilm
(van de kennisbank);
daarna krijgen we een aantal vragen te beantwoorden.

Je mag vast aantekeningen maken!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

6 stuks.
Er zijn 6 aanwijzende voornaamwoorden.

Slide 8 - Slide

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 9 - Open question

De woorden
die, dat, zulke, deze
zijn
A
woorden die met een -d beginnen
B
betrekkelijke voornaamwoorden
C
aanwijzende voornaamwoorden
D
onbepaalde voornaamwoorden

Slide 10 - Quiz

Aanwijzende voornaamwoorden als 'die' en 'dit' staan meestal vóór een znw.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Aanwijzend voornaamwoord:
A
die
B
welke
C
naar
D
wie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Werkblad

Slide 14 - Slide

Denk een momentje na of
je nog vragen hebt?

Slide 15 - Slide

Welke vragen over "aanwijzende voornaamwoorden" heb je nog?
timer
2:00

Slide 16 - Open question

Aantekening
Berg deze op in de map:
- Nederlands
                         - Ontleden / grammatica
      - Woordsoorten

Slide 17 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Nu ga je aan het werk met de taken Nederlands in VO-Next.

Slide 18 - Slide