Yuverta

3.4 Hygiëne bij dierverzorging

Hygiëne bij dierverzorging
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hygiëne bij dierverzorging

Slide 1 - Slide

Zoönose
Besmetting van een infectieziekte van dier op mens

Slide 2 - Slide

Ziektekiemen
  • bacteriën
  • virussen
  • parasieten
  • schimmels

Door ontsmetten worden ziektekiemen gedood

Slide 3 - Slide

Quarantaine en kadaverbak
Nieuwe of zieke dieren worden in quarantaine gedaan =
tijdelijk apart gehouden

Dode dieren gaan in de kadaverbak

Slide 4 - Slide

Persoonlijke hygiëne
  • handen wassen na diercontact
  • korte nagels
  • draag werkkleding
  • draag schoenen met weinig profiel
  • bind lange haren vast
  • draag geen sieraden tijdens het werk

Slide 5 - Slide

Is vogelgriep een zoönose?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Juiste volgorde bij desinfecteren van apparatuur:
1. desinfecteren
2. reinigen
3. zichtbaar vuil verwijderen
4. voorspoelen
5. drogen
A
1,2,3,4,5
B
2,3,4,1,5
C
3,4,2,1,5
D
4,3,2,1,5

Slide 7 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Een dierenverblijf moet je iedere dag ontsmetten
B
Na gebruik moet je een bezem, dweil en borstel altijd schoonmaken
C
Als je een hok gereinigd hebt, zijn alle ziektekiemen dood
D
Bij reinigen gebruik je een ontsmettingsmiddel

Slide 8 - Quiz

Hieronder staan een aantal bedrijfsmiddelen.
Welke van deze bedrijfsmiddelen zit aan de vuile weg?
A
een bezem om het voer aan te vegen
B
een kadaverbak om dode dieren in te leggen
C
een hogedrukspuit om de stallen schoon te spuiten
D
een voerkar om krachtvoer te geven

Slide 9 - Quiz

Waarom wordt een nieuw dier in een quarantaineverblijf geplaatst?
A
Om te kijken of het dier eventuele ziektes bij zich draagt
B
Om het dier te laten wennen aan zijn nieuwe omgeving
C
Om te kijken of het dier wel voldoende eet
D
Om te kijken of het dier tam is

Slide 10 - Quiz

Welke maatregelen zijn persoonlijke hygiëne maatregelen?
A
Sieraden dragen tijdens het werk, geen lange nagels hebben
B
Je handen wassen, schoeisel dragen met grof profiel
C
Werkkleding dragen, geen lange haren hebben
D
Geen sieraden dragen tijdens het werk, je handen wassen

Slide 11 - Quiz