Yuverta

Algemeen H1+2+3+4+5+6+7+8+9+10

Algemeen H1+2+3+4+5+6+7+8+9+10
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Paraveterinaire vakkenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Algemeen H1+2+3+4+5+6+7+8+9+10

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Anesthesie d.m.v. een narcose masker is een
A
open patientsysteem
B
gesloten partientsysteem

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Kies de dikste hechtnaald
A
3-0
B
3
C
6
D
16

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Polyfilament is gevlochten of geweven hechtdraad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Dit hechtdraad is
A
Atraumatisch
B
Traumatisch

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit?
A
zelfklevend gaaszwachtel
B
polsterwatten
C
Hydrofiel gaaskompres
D
fixatiezwachtel

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kies de dikste canule
A
21 G
B
23 G
C
18 G
D
26 G

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor wordt dit gebruikt?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Kies het dunste hechtdraad
A
USP 6
B
USP 3
C
USP 6-0
D
USP 3-0

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat meet je met een ECG?
A
SpO2
B
CO2
C
Electrische activiteit van het hart
D
Ademfrequentie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een cassetteclip gebruik je om
A
De cassette te positioneren
B
De cassette te beschermen
C
Tegen strooistraling
D
Om Links/Recht aan te geven

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Met rontgenhanschoenen ben je beschermt tegen de stralenbundel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk type hechtmateriaal knoopt makkelijker?
timer
1:00

Slide 13 - Open question

Gevlochten hechtdraad polyfilament
Wat gebeurt hier?
timer
1:00

Slide 14 - Open question

Bloeddrukmeting kat 120-160
hond 135-150
Wat zijn dit?
A
Dekglaasjes
B
Telramen
C
Urometers
D
Voorwerpglaasjes

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Het soortelijk gewicht bepaal je met
A
Urinestrips
B
Refractometer
C
Microscoop
D
Petrischaal

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Centrifugebuizen met een puntige bodem gebruik je voor
A
Bloedonderzoek
B
Faeces onderzoek
C
Urine onderzoek
D
Bacteriologisch onderzoek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een
timer
1:00

Slide 18 - Open question

laryngoscoop