This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Werkwoorden die beginnen met be-, ge-, ver-, ont-, her- of over- klinken in de tegenwoordige tijd en de voltooide tijd hetzelfde, maar vaak schrijf je de werkwoorden anders.
gebeurt of gebeurd?
verandert of veranderd?
herstelt of hersteld?