Nu je weet wat je allemaal moet doen, ga bepalen hoeveel tijd je denk nodig te hebben per onderdeel. De volgende vragen kunnen je daarbij helpen:
Hoeveel tijd heb je nodig om de opdrachten te maken of om te leren voor een toets?
Hoeveel tijd heb je nodig om een verslag te maken?
Hoeveel tijd heb je nog om zaken in te leveren?
Met wie werk je samen aan opdrachten en hoeveel tijd moet je wachten op het werk van de ander?
Welke opdrachten vindt je lastig en waar zou je meer tijd aan willen besteden?
Welke vakken of opdrachten zijn saai en heb je dus minder zin in om aan te gaan werken? (Geen zin betekent vaak meer tijd aan kwijt )
Welke opdrachten kan je misschien al maken tijdens de les?
Idee: hou bij hoeveel tijd je écht hebt besteed aan het maken van een opdracht of leren voor een toets. Dan weet je of je inschatting goed was en dat helpt je om een volgende keer een betere planning te maken.