Yuverta
‹Return to search

Katrollen en takels.

Vaste katrol


Een vaste katrol draait de richting van de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Kracht en lengte touw blijven gelijk


1 / 15
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vaste katrol


Een vaste katrol draait de richting van de kracht om. Je herkent een vaste katrol aan het feit dat hij VAST zit.


Kracht en lengte touw blijven gelijk


Slide 1 - Slide

Losse katrol
  • Een losse katrol maakt ons sterker. Halveert de kracht
  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.
  • Kijk goed naar de last van 100 N. Hoeveel touwen hangt de last?

Slide 2 - Slide

Katrollen en Takels

Slide 3 - Slide

Katrollen en Takels
De massa van de last 
is 120 kg.
De lastkracht is 1200 N.
De werkkracht = lastkracht : N

N= aantal katrollen of het aantal touwen. 

Slide 4 - Slide

Katrollen en Takels
De werkkracht meent af met het aantal katrollen/touwen.

De hijslengte van het touw neemt juist toe.
Hijslengte = optilhoogte last x N (aantal katrollen/touwen) 

Slide 5 - Slide



Slide 6 - Slide

Een combinatie van vaste en één of meerdere losse katrollen
noem je een ...
A
Takel
B
hefboom

Slide 7 - Quiz

De kracht bij gebruik van een losse katrol neemt
A
Toe
B
Af
C
Blijft gelijk

Slide 8 - Quiz

Hoeveel katrollen heb je nodig als je 200N aan kracht levert en je wilt 1200N ophijsen?
A
1
B
4
C
6
D
8

Slide 9 - Quiz

De hijsafstand (lengte van het touw) bij gebruik van een losse katrol neemt
A
Toe
B
Af
C
Blijft gelijk

Slide 10 - Quiz

Hiernaast zie je een takel.

Sleep de juiste namen naar de katrollen.
losse katrol
vaste katrol

Slide 11 - Drag question

Vul de juiste woorden in:
Tijdens het ophijsen van een voorwerp verricht je ............................
Een losse katrol ............................ de benodigde kracht maar ............................ de trekafstand.
De richting wordt hier ............................ veranderd.
Een vaste katrol ............................ de benodigde kracht en ............................ de trekafstand. De richting wordt hier ............................ veranderd.
arbeid
alveert
verdubbelt
wel
niet
behoudt
behoudt

Slide 12 - Drag question

Hier zie je een vaste katrol. Wat doet deze vaste katrol?
A
Behoudt de werkkracht, en verandert de richting
B
Halveert de werkkracht. en verandert de richting

Slide 13 - Quiz

Je ziet drie takels.
Stel de lastkracht van het gewicht is 1800 N
Wat is NIET waar?
A
De werkkracht van takel a is 600 N
B
De werkkracht van takel c 200 N
C
De werkkracht van takel b is 400 N

Slide 14 - Quiz

Maak:
H10 werktuigen - paragraaf 3
Opdracht 1 t/m 12 (* kan je overslaan)
Start op blz 102

Slide 15 - Slide