This lesson contains 9 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
ADHD/ADD
Door: Paul, Martijn & Joey
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
In deze workshop:
Wat is ADHD/ADD?
Hoe herken je het bij een student?
Hoe houd je er rekening mee als docent?
Positieve eigenschappen van ADHD
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Video
This item has no instructions
Wat is ADHD
Biologische oorzaak ADHD --> problemen met communicatie tussen hersengebieden.
ADHD voor ongeveer 70% erfelijk bepaald
ADHD/ADD bij volwassenen
Slide 4 - Slide
De biologische oorzaak van ADHD lijkt te liggen in problemen met de communicatie tussen verschillende delen van de hersenen. Dit heeft te maken met lagere niveaus van bepaalde stoffen genaamd neurotransmitters in het voorste deel van de hersenen.
ADHD is voor 70% erfelijk bepaald. Daarnaast speelt de omgeving ook een rol bij het ontstaan of versterken van ADHD. Bijvoorbeeld een moeilijke jeugd of blootstelling aan giftstoffen.
Ook bij volwassenen wordt ADHD gediagnostiseerd. Maar vaker wordt dit als persoonlijkheidskenmerk gezien maar een groot deel groeit er bijna overheen doordat hun baan of routines goed bij hun sterke punten passen.
Soorten ADHD
Verdeel in 3 groepen
3 soorten ADHD:
ADHD I
ADHD H
ADHD C
Zoek informatie op over jou onderwerp met je groep
Wat is het/kenmerken?
timer
3:00
Slide 5 - Slide
Er zijn 3 soorten ADHD. Verdeel je in 3 groepen en zoek informatie op over jouw onderwerp. Wat is het en zijn de kenmerken?
1. ADHD-I (Inattentive): je hebt vooral moeite om je aandacht bij dingen te houden. Je zit vaak in je eigen wereld, voor anderen lijkt het alsof je aan het dagdromen bent. Dit heette vroeger ADD, Attention Deficit Disorder.
Kenmerken:
- onoplettendheid
- maken van slordige fouten
- vergeten van taken en verantwoordelijkheden
- korte concentratieboog
2. ADHD-H (Hyperactive/Impulsive):je bent erg druk, je beweegt veel en kunt moeilijk stilzitten. Ook doe en zeg je vaak dingen zonder er eerst over na te denken.
Kenmerken:
- overmatig bewegen en rusteloosheid
- moeite met stilzitten
- moeite met rustige activiteiten
- handelen zonder na te denken over de gevolgen
- onderbreken van anderen in gesprek
- moeite met wachten op hun beurt
3. ADHD-C (Combined): je hebt kenmerken van allebei de andere soorten. Je bent dus druk én je hebt moeite met aandacht. Deze vorm van ADHD komt het meest voor
ADHD bij studenten in de school
Onrustig en snel afgeleid
Druk, altijd bezig en met van alles tegelijk
Verliest zich in onbelangrijke details / taken
Alle prikkels komen binnen, zonder filter
Begrip van instructie en opdracht ontbreekt
Moeite met samenwerken
Sociale problematiek
Verminderd/ geen tijdsbesef
Opdrachten worden niet op tijd ingeleverd / afgerond
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Wat kan je als docent doen voor leerlingen met ADHD
Noteer wat je kan doen voor/tijdens de les voor leerlingen met ADHD
Schrijf op het bord wat je hebt gevonden
Niet hetzelfde als de andere groep
Zoek op met je groep
timer
3:00
Slide 7 - Slide
Bied leerstof aan op verschillende manieren: visueel & auditief
Agenda/planning vaststellen en zichtbaar maken
Zorg dat opdrachten/lesmateriaal terug te vinden zijn op een vaste (online) plek
(Grote) opdrachten in kleine stukjes verdelen, het liefst 1 opdracht tegelijk
Wissel saaie en interessante taken af
Geef duidelijke, korte enkelvoudige instructies
Geef waar mogelijk tussentijds feedback en instructie
Terugkoppeling vragen van wat er is besproken / uitgelegd (taken/opdrachten/uitleg): Is het aangekomen en begrepen?
Stel controlevragen na delen van planning en opdrachten
Geef ruimte om zich af en toe uit te leven in beweging
Zet een timer aan tijdens opdrachten maken/zelfstandig werken.
Koppel een student aan een klasgenoot die sterk is in waar de ander zwak in is (compenseren
Bespreek de verwachtingen van gedrag en de consequenties bij onacceptabel gedrag
Verval niet in discussie; houd het kort
Benoem positief gedrag
Maak ADD/ADHD bespreekbaar in de klas
Moedig vragen stellen aan
Rust in de les (netjes, zacht spreken)
Rust in de ruimte (opgeruimd, niet te veel prikkels)
Zie de onmacht, niet de onwil en bespreek dit indien nodig met de klas