What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
Back to School Quiz Nederlands 2023
Back to school - quiz
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Mentorles
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Introduction
Een 'back to school' quiz voor het VO om het nieuwe schooljaar in te luiden.
Instructions
Een leuke quiz om bijvoorbeeld tijdens de eerste mentorles van het nieuwe schooljaar met je klas te doen!
Items in this lesson
Back to school - quiz
Slide 1 - Slide
Ga op je laptop of smartphone naar
lessonup.app
Vul de code (linksonder in beeld)
van deze Quiz in, vul je naam in en doe mee met de Quiz!
Slide 2 - Slide
Vraag 1: Wat voor een soort tekst is dit?
A
gedicht
B
gebruiksaanwijzing
C
krantenartikel
D
voorleesboek
Slide 3 - Quiz
Vraag 2: Een uitdrukking
Zo gezond als een ...
A
vis
B
hond
C
kip
D
pauw
Slide 4 - Quiz
Vraag 3: spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
interresant
B
portomonnee
C
encyclopedie
D
onmiddelijk
Slide 5 - Quiz
Vraag 4: woordenschat
Hoe noem je een ander woord met (bijna) dezelfde betekenis?
A
gezegde
B
synoniem
C
alinea
D
afbeelding
Slide 6 - Quiz
Vraag 5: grammatica
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.
Slide 7 - Quiz
Vraag 6 .Zet de zin in de verleden tijd:
"Ik haast me naar het werk."
Slide 8 - Open question
Vraag 7: spelling
Welk woord is GOED geschreven?
A
aggresief
B
agressief
C
agresief
D
aggressief
Slide 9 - Quiz
Vraag 8: grammatica
Hoe noem je het woord in hoofdletters?
Vind jij NEDERLANDS leuk?
A
lidwoord
B
heel werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voltooid deelwoord
Slide 10 - Quiz
Vraag 9: lezen
Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren
Slide 11 - Quiz
Vraag 10: grammatica
Wat is geen werkwoord?
A
ben
B
haar
C
geweest
D
loop
Slide 12 - Quiz
Vraag 11: woordenschat
Wat is een ander woord voor "kosteloos"?
A
eenvoudig
B
gratis
C
snel
D
zonder
Slide 13 - Quiz
Hoeveel Nederlandse woorden rijmen er op het woord 12
A
26
B
46
C
16
D
0
Slide 14 - Quiz
Welk woord kan voor -kade en achter ijs-?
A
Punt
B
Blok
C
Streep
D
Raket
Slide 15 - Quiz
Volgens het oude spreekwoord leiden meerdere wegen naar
A
Praag
B
Parijs
C
Maaskantje
D
Rome
Slide 16 - Quiz
Aan elkaar of los?
langeafstandsloper
A
Aan elkaar: langeafstandsloper
B
Los: lange afstandsloper
C
Los: langeafstands loper
D
Los: lange afstands loper
Slide 17 - Quiz
Welke cabaretier hoor je hier?
Slide 18 - Open question
Waar moeten de hoofdletters? Typ:
marco van der veen
Slide 19 - Open question
Vul de juiste vorm in:
(Houden) jij meer van chocolade of van drop? - TT
Slide 20 - Open question
Maak de rij af:
..............-minder- minst
A
meer
B
weinig
C
veel
D
niets
Slide 21 - Quiz
1: Word je blij van school?
2: Word jouw zusje blij van school?
A
Alleen zin 2 is juist
B
Alleen zin 1 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 22 - Quiz
Husselwoord: Wat staat hier?
sploolchien
Slide 23 - Open question
Schrijf zoveel mogelijk zelfstandige naamwoorden
op die beginnen met de letter "m"
timer
1:00
Slide 24 - Open question
....en de winnaar is....
Slide 25 - Slide