09-06

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Was machen wir heute?

• Lernziele des Unterrichts;
• Hausaufgaben besprechen;
• Üben Signalwörter;
• Leseaufgabe machen;
• Ende der Klasse;

Lernziele des Unterrichts

Am Ende kannst/weißt du:

• Benoem je 2 signaalwoorden in het Duits;
• Hoe je meerkeuze vragen kan beantwoorden;
• Heb je geoefend met de woordjes van H3+H4;

Hausaufgaben besprechen

Hausaufgaben -> Arbeitsblatt K3 + K4

Klassikaal bespreken we de opdrachten -> als je de beurt krijgt

also

aber

damit

auch

Zum Beispiel

doch

während

weil

omdat

ook

daarmee

bijvoorbeeld

toch

dus

terwijl

maar

Vul het goede signaalwoord in:
Wir haben heute kein Zeit um zu schwimmen, ...... morgen können wir schwimmen.

1. aber
2. auch
3. also
4. Zum Beispiel

Vul het goede signaalwoord in:
Ich liebe viele Tieren, .......... ein Hund, eine Katze und ein Kaninchen.

1. damit
2. während
3. Zum Beispiel
4. doch

Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.

Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.

De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening. 

Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.

opsomming

Tegenstelling

Reden

Tegenstelling

Vul het goede signaalwoord in:
Ich fahre in den Urlaub nach Spanien und Belgien. ....... gehe ich nach Deutschland.

1. damit
2. aber
3. doch
4. auch

Leseaufgabe machen

Was: Maken leestekst 3 en 9

Wo: Arbeitsblatt

Wielange: 15 - 20 min.

Hilfe: www.mijnwoordenboek.nl

Fertig: Lernen Quizlet Kapitel 1 t/m 4

Je mag een oortje in tijdens het maken van de opdrachten

Ende der Klasse 

Fragen?

Volgende les:

• Heb je je lees PTA;
• Kan je oefenen voor je woordjes PTA;