Yuverta

20230109 Marketing les 15

1 / 21
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen een jaarrekening en begroting?

Slide 2 - Open question

Wat klopt over een exploitatiebegroting?
A
Dit geeft de verwachte omzet en kosten weer voor een bepaalde periode. Dit laat zien of je verwacht winst of verlies te maken.
B
Dit geeft de omzet en kosten weer voor een bepaalde periode. Dit laat zien of je winst of verlies gemaakt hebt.
C
Dit is exact hetzelfde als een winst- en verliesrekening.
D
Dit is op basis van nacalculatie.

Slide 3 - Quiz

. Zet de stappen voor het opstellen van de exploitatiebegroting in de juiste volgorde:
Stel je nettowinst vast
Bepaal welke inkoopkosten je moet maken
Bepaal de verwachte omzet
Stel vast hoeveel belasting je moet betalen
Bepaal welke bedrijfskosten je moet maken

Slide 4 - Drag question

Wat zijn de bedragen
bij brutowinst, huisvesting
en totale bedrijfskosten?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Afschrijvingen
NU
OVER 10 JAAR
  • € 30.000
  • € 300
  • De bus is in 10 jaar tijd (30.000 - 300 =) € 29.700 minder waard geworden
  • Afschrijving per jaar = 
  • (aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
Afschrijving=
de jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

aanschafprijs - restwaarde
---------------------------------------- =
economische levensduur
A
investering
B
rente
C
waardevermeerdering
D
afschrijving

Slide 11 - Quiz

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 12 - Quiz

Bedrag wat je moet betalen
Kosten voor onderhoud, reperatie, verzekering
Economische levensduur
Technische levensduur
restwaarde
Aanschafwaarde
Complementaire kosten
Periode waarin het middel economisch rendabel is
Tijd waarin het productiemiddel nog werkt
Waarde die een middel heeft aan het eind van de economische levensduur

Slide 13 - Drag question

Je schaft een computer aan voor €1.500,- Na 3 jaar kun je deze nog verkopen voor €300,- Bereken het jaarlijkse afschrijvingspercentage (in % van de aanschafwaarde)

Slide 14 - Open question

Een ijsjesmachine kost €2.470. De restwaarde is €300. De economische levensduur is 7 jaar. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat is verschil exploitatie- en liquiditeitsbegroting?

Slide 19 - Open question

Maak een liquiditeitsbegroting (5 min)
  Maak voor jezelf een overzicht voor de komende 3 maanden.
  Welke inkomsten heb je per maand?
  Welke uitgaven heb je per maand?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video