Yuverta

H3 krachten

H3 Krachten
Startopdracht: Maken bladzijde 124 en 125


1 / 44
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

H3 Krachten
Startopdracht: Maken bladzijde 124 en 125


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

3.1 Krachten herkennen
Startopdracht: Maken blz 124 en 125

Leerdoelen:
  • Gevolgen van krachten.
  • Krachten tekenen.
  • Zwaartepunt aangeven in een voorwerp. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kracht: Symbolen en formule
Kracht: Force (F)
Eenheid: Newton(N)


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Krachten in je omgeving
Een kracht kan je NIET zien!

Het gevolgd wel:
-> Snelheid veranderen
-> Vorm veranderen
-> Richting veranderen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Soorten krachten
  1. Spierkracht  (Fspier)
  2. Veerkracht (Fv)
  3. Spankracht (Fs)
  4. Zwaartekracht (Fz)
  5. Wrijvings-kracht (Fw)
  6. Magnetische kracht (Fm)
  7. Elektrische kracht (Fel)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Spierkracht
  • Kracht van mensen en dieren

  • Onstaat door het spannen van spieren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Veerkracht
Als je een veerkrachtig materiaal indrukt of uittrekt, voel je dat het materiaal terug duwt of trekt. 

Veerkracht is een eigenschap

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spankracht
Een strak gespannen touw, ketting of kabel kan een kracht overbrengen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht  
Kracht waarmee de aarde
voorwerpen aantrekt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wrijvings-kracht
Ontstaat als twee voorwerpen langs elkaar wrijven

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Magnetische kracht


De kracht van een magneet.

Magnetische krachten kunnen afstoten of aantrekken.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Elektrische krachten

Heb je bij voorwerpen met electrische krachten.

Een electirsche lading oefent kracht uit op andere voorwerpen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Krachten Tekenen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Een kracht tekenen we met behulp van een vector.
Een vector is een pijl met 3 eigenschappen.
Deze pijl heeft een :
  - aangrijpingspunt
                  (punt waar de kracht op het voorwerp werkt)
  - richting
                  (richting waarin de kracht werkt)
  - lengte
                  (grootte van de kracht)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ZWAARTEPUNT
Het zwaartepunt is:
Alle massa gecombineerd tot één punt.

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat? 1 t/m 9
Waar? Blz 129 t/m 132

Klaar? Opdracht 11 en 12 ook maken. 
              Je antwoorden nakijken met de online omgeving!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

3.2 Krachten meten
Startopdracht: Lezen 3.2
Vandaag gaan we leren:
  • Uitrekking van een veer
  • Hoe werkt een krachtmeter (veerunster)
  • Zwaartekracht uitrekenen
  • Kracht tekenen met behulp van krachtenschaal

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Kracht en uitrekking 
Het verband tussen de kracht en uitrekking bij een veer is 
recht evenredig.

 Dat wil zeggen; 
2 keer meer kracht, dan ook 2 keer meer uitrekking.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter, 
 ofwel veerunster. 
Je leest het aantal Newton af
waarmee de aarde aan het voorwerp trekt.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zwaartekracht 
Fz = m x g

Fz = zwaartekracht in N
m = massa in kg
g = zwaartekracht p massa-eenheid in N/kg

g is altijd 10 N/kg

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

voorbeeld berekening
Bereken de zwaartekracht op een gewicht van 300 g. 
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • m = 300 g = 0,3 kg 
  • Fz
  • Fz = m x 10 
  •  Fz = 0,3 x 10 = 3
  • Zwaartekracht is 3 N
Fz = m x g

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Krachten tekenen
  • aangrijpingspunt
  • richting
  • lengte

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Krachtenschaal
  • Bijvoorbeeld: 1 cm = 100 N
  • Iedere cm stelt een kracht voor van 100 N
Wat als de pijl 4 cm lang is?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Krachtenschaal
  • 1 cm = 100 N
  • Hoe groot is de zwaartekracht van de man?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat?  1 t/m 10 
Waar? Blz 136 t/m 141


Klaar? Iets voor ander vak of nakijken


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

3.3 Nettokracht
Startopdracht: Maak de opdrachten op het blaadje

Doel voor vandaag:
  • Zwaartekracht in evenwicht
  • Nettokracht uitrekenen 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Twee krachten in evenwicht.

  • De zwaartekracht en spankracht  zijn even groot, maar tegengesteld gericht.

  • De kist blijft in evenwicht.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Normaalkracht
Fn 

De normaalkracht is een reactie op de zwaartekracht 

Onthouden!
  • Normaalkracht staat altijd loodrecht op het ondersteunde vlak

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
Nettokracht is de optelsom van alle krachten samen
Bij evenwicht: nettokracht = 0 N
De beweging van een voorwerp verandert niet

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Nettokracht
=> Nettokracht werkt in de bewegingsrichting


=> Nettokracht is 0 N


=> Nettokracht werkt tegen de bewegingsrichting in

Slide 32 - Slide

Nu worden de drie soorten beweging gekoppeld aan het nieuwe begrip 'nettokracht'. Belangrijk inzicht moment.
Nettokracht
Nettokracht is de som van de krachten


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Uitwerking
  • Nettokracht = (375 + 250) - ( 225 + 225) = 
  • Nettokracht = 625 - 450 = 175 N
  • Nettokracht = 175 N naar rechts

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat? Opdracht 1 t/m 8
Waar? BLZ 148 t/m 152

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

3.4 Krachten in werktuigen
Startopdracht: Begin alvast met Lezen en maken van 3.4

Lesdoel:
  • Enkele en dubbele hefbomen
  • Draaipunt, Lastpunt en Werkpunt
  • Vergroten van een kracht
  • Hefboom wet toepassen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Spierkracht vergroten
D

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Spierkracht vergroten
D

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Dubbel of enkel
Hoe kan je uit het plaatje halen of het gaat om een enkele of een dubbele hefboom?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Hefbomen
Als je een hefboom gebruikt, zijn er 2 krachten van belang. De kracht die jij zelf uitoefent op de hefboom is werkkracht (F1). 
De kracht die op het voorwerp komt heet de last (F2).

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel keer is de werkarm groter?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Als de hefboom in evenwicht is, geldt:
Werkkracht * werkarm = Lastkracht * lastarm 

F1 * l1 = F2 * l2

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Evenwicht
Bij hefboom in evenwicht geld momentenwet of hefboomregel 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat? opdracht 1 t/m 10
Waar? Bladzijde 159 t/m 160

Slide 44 - Slide

This item has no instructions