What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
NaSk Leerjaar 3 1.3.1 Vermogen en energie
Wat gaan we doen vandaag?
Leerdoelen deze les
uitleg
zelfstandig werken
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
Leerdoelen deze les
uitleg
zelfstandig werken
Slide 1 - Slide
Leerdoelen; Je kunt
uitleggen wat we bedoelen met Vermogen
de formule toepassen om spanning, stroomsterkte en vermogen uit te rekenen
uitleggen hoe he verbruik van elektrische energie in huis wordt gemeten
berekenen hoeveel je voor de verbruikte energie moet betalen
uitleggen waarom je een kWh meter nodig hebt om het werkelijke energieverbruik te bepalen.
Slide 2 - Slide
Wat bedoelen we met Vermogen
Het vermogen betekent hoeveel
Joule
(energie eenheid) een apparaat per
seconde
verbruikt.
Dit drukken we uit in
Watt
(J/s)
Slide 3 - Slide
Berekeningen met Vermogen
In Binas staat deze formule, maar ook de eenheden, grootheden en symbolen die hier bij horen.
Slide 4 - Slide
Binas Tabel 6
Slide 5 - Slide
Binas Tabel 12
Zoals je ziet, staan de formules er met de Symbolen uit tabel 6
Daarom werken we met een stappenplan om met formules te werken.
Slide 6 - Slide
Het stappenplan
Gegeven:
Wat je kan vinden in de opdracht
Grootheid, symbool, dan het getal, dan de eenheid
Gevraagd:
Wat er letterlijk wordt gevraagd te berekenen,
symbool
<
IN>
eenheid
Formule: Zoek op basis van de symbolen een formule in Binas en schrijf deze op.
Formule zoals in Binas --> Formule zoals je hem gaat gebruiken.
Berekening:
getallen invoeren die achter de symbolen staan bij stap 1, op de plek waar de symbolen staan bij stap 3.
Antwoord:
De
<grootheid, zoals
Weerstand
>
is
<getal wat je hebt berekend bij stap 4> <eenheid, zoals
ohm
, zoals je hebt opgeschreven bij stap 2>
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Werken met formules
Achter in je boek staat daar een hele pagina over.
Die bekijken we samen
Slide 9 - Slide
Voorbeeldopgave
Als Lisa haar Föhn aanzet, is de stroomsterkte 6,6 Ampère. Op het stopcontact staat 230 Volt. Wat is het vermogen van de Föhn?
Gegeven:
Spanning = 230 Volt Stroomsterkte I = 6,6 A
Gevraagd:
Vermogen P in Watt
Formule:
P=U*I
Berekening:
P=230 *6,6 = 1518
Antwoord:
Het vermogen van de Föhn is 1518 Watt.
Slide 10 - Slide
Voorbeeldopgave
Op groep 3 van een huisinstallatie (230 V) is een strijkijzer van 1200 watt aangesloten.
Bereken de stroomsterkte door het strijkijzer.
Doe stap 1, 2 en 3 zelf!
timer
3:00
Slide 11 - Slide
Stappenplan
U= 230 Volt, P= 1200 Watt
I in Ampère
P=U*I
maar wat nu?
Slide 12 - Slide
Stappenplan
U= 230 Volt
,
P= 1200 Watt
I in Ampère
P
=
U
*I --> I=
P
/
U
Slide 13 - Slide
Stappenplan
U= 230 Volt
,
P= 1200 Watt
I in Ampère
P
=
U
*I --> I=
P
/
U
I=
1200
/
230
= 5,2
Slide 14 - Slide
Stappenplan
U= 230 Volt
,
P= 1200 Watt
I in Ampère
P
=
U
*
I
-->
I
=
P
/
U
I=
1200
/
230
= 5,2
5,2
Ampère
Slide 15 - Slide
Wat is het vermogen?
A
Hoeveel energie een apparaat per seconde verbruikt.
B
Het aantal uur een batterij meegaat
C
Hoeveel elektrische stroom een apparaat aan kan.
D
Hoeveel energie een apparaat nodig heeft.
Slide 16 - Quiz
Het vermogen heeft als symbool de letter P. Wat is de eenheid van het vermogen?
A
Watt (W)
B
Ampère (A)
C
Volt (V)
D
Joule (J)
Slide 17 - Quiz
Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt
Slide 18 - Quiz
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.
Slide 19 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 20 - Open question
Heb je nog tips of tops voor mij? Schrijf ze maar op.
Slide 21 - Open question
Lesopdracht
Maak nu opdracht 1, 2 en 6 (Kader)
Maak nu opdracht 3 (gebruik Pagina 253), 4, 5 en 6 (Mavo)
Schrijf een begrippenlijst of samenvatting in je aantekeningen schrift
Maak de opdracht "Elektrisch Vermogen"
Beantwoord de volgende vragen
Slide 22 - Slide